En deze dwaasheid is zover gegaan, dat we daarin een duidelijk voorbeeld zien van wat nu precies bijgeloof inhoudt: als het de teugels eenmaal heeft weten los te rukken, komt er meestal geen eind meer aan zijn losbandigheid. Want toen de mensen eenmaal aandacht waren gaan geven aan de voorbede door de heiligen, hebben ze stap voor stap elke heilige een eigen taak gegeven. Afhankelijk van het onderwerp kon je dan de een en dan de ander inroepen als advocaat. Vervolgens heeft ieder zijn eigen heilige aangenomen, aan wiens hoede hij zich, als aan een beschermgod toevertrouwde. Zo zijn er niet alleen net zoveel goden opgericht als er steden zijn – dat verweet de profeet Jeremia in het verleden Israël Jeremia 2:28; 11:13 – maar zelfs net zoveel als er mensen zijn!
Maar de heiligen richten zich in al hun verlangens alleen op Gods wil. Alleen daar letten ze op en alleen daar baseren ze zich op. Daarom denk je dom en vleselijk over hen, sterker nog, je beledigt hen zelfs als je hun toeschrijft dat ze om iets anders bidden dan om de komst van Gods koninkrijk. En als je de heiligen toedicht dat ze elk met een speciale genegenheid hun eigen dienaren extra goedgezind zijn, dan staat dat daar heel ver vanaf!
Uiteindelijk hebben heel velen zich niet kunnen weerhouden van deze afschuwelijke heiligschennis: ze riepen de heiligen niet meer aan als degenen die kunnen helpen bij hun behoud, maar als degenen die over hun welzijn beslissen. Kijk, hoe diep ellendige mensen zinken als ze afdwalen buiten hun legitieme verblijfplaats, Gods Woord.
Ik laat nu die monsterlijk goddeloze dingen maar lopen, waarvoor ze zich niet schamen en waar ze geen spijt van hebben, ook al vinden God, engelen en mensen ze afschuwelijk. Ze vallen neer voor een beeld of schilderij van Barbara, Catharina en dergelijke en prevelen dan het Onze Vader. En in plaats van dat de herders deze waanzin proberen te genezen of te bedwingen, juichen ze het toe omdat ze winst ruiken.
Maar ook al zouden ze de blaam voor zo’n schandelijke misdaad van zich afschuiven, met welk excuus willen ze zich verdedigen als ze bidden tot Eligius en Medardus, of die uit de hemel mogen neerkijken op hun dienaren en hen helpen? Als ze bidden tot de heilige maagd of ze haar Zoon wil opdragen om te doen waar zij om vragen?
In het verleden heeft het concilie van Carthago (397) verboden om aan het altaar rechtstreeks tot de heiligen te bidden. Waarschijnlijk zagen die heilige mannen dat ze de macht van de slechte gewoonte niet volledig konden bedwingen en voerden ze daarom in elk geval deze beperking in. Dan werden in elk geval de openbare gebeden niet geschonden door deze manier van bidden: ‘Heilige Petrus, bid voor ons!’ Hoeveel verder zijn deze mensen dan gekomen in hun duivelse onbeschaamdheid! Ze aarzelen zelfs niet meer om op doden over te dragen waar alleen God en Christus recht op hebben!