Niemand van de mensen is het waard om God onder ogen te komen. We moeten verlost worden van zowel de schaamte als de vrees waardoor we onvermijdelijk de moed zouden laten zakken. Daarom heeft de hemelse Vader ons zijn Zoon, Jezus Christus geschonken. Hij is als middelaar onze advocaat bij God. 1 Timotheüs 2:5; 1 Johannes 2:1 Onder zijn leiding kunnen we veilig naar God toegaan, in het vertrouwen dat ons met zo’n middelaar niets geweigerd zal worden waar we in zijn naam om bidden. Want de Vader kan Hem niets weigeren.

En in dit verband moeten we ook zien wat ik eerder over geloof geleerd heb. Want zoals de belofte ons Christus aanprijst als middelaar, zo raakt de hoop om te krijgen wat we bidden de zegen van het gebed kwijt als zij niet op die middelaar gefundeerd is. Want zodra Gods afschrikwekkende majesteit ons in gedachten komt, kan het niet anders of we worden bang. We moeten erkennen dat we het niet waard zijn. Dat drijft ons bij Hem vandaan, totdat Christus tussenbeide komt. Hij verandert dan de troon van ontzagwekkende glorie in een troon van genade. Daarom leert de apostel ook dat we vol vertrouwen naar die troon durven toe gaan om op het juiste moment barmhartigheid te krijgen en genade te vinden. Hebreeën 4:16
En ons is niet alleen bevolen om God aan te roepen. Ons is ook beloofd dat wie Hem aanroepen, verhoord zullen worden. En zo wordt ons ook niet alleen specifiek bevolen om Hem aan te roepen in de naam van Christus. Ons wordt ook beloofd dat we zullen krijgen wat we in zijn naam bidden. ‘Tot nog toe,’ zegt Christus, ‘hebben jullie nog niets gebeden in mijn naam. Bid, dan zullen jullie krijgen! Op die dag moeten jullie bidden in mijn naam. Johannes 16:24-26 En waar jullie om vragen, dat zal Ik doen, zodat in de Zoon de glorie van de Vader schittert.’ Johannes 14:13
Hieruit blijkt onweerlegbaar dat degenen die God aanroepen in de naam van iemand anders dan Christus, koppig zijn bevelen overtreden en zijn wil miskennen. Zij hebben dus geen enkele belofte dat ze iets zullen krijgen. Immers, zoals Paulus zegt: ‘Alle beloften van God zijn in Christus ja en amen.’ 2 Korinthiërs 1:20 Dat wil zeggen: ze worden in Hem bevestigd en vervuld.