Vervolgens moet dat wat je met je verstand in je opgenomen hebt, overgegoten worden in je hart zelf. Je hebt het immers niet met geloof aangenomen als het zich boven in je brein bevindt. Je hebt het pas met geloof aangenomen als het diep in je hart wortel geschoten heeft. Pas dan is je geloof een onoverwinnelijk bolwerk dat alle belegeringswerktuigen van de aanvechtingen kan weerstaan en afslaan. Maar als het waar is dat je verstand pas echt inzicht heeft als het verlicht wordt door de Geest, dan blijkt het effect van die verlichting nog duidelijker als ook je hart op die manier versterkt wordt. Want het gebrek aan vertrouwen van het hart is groter dan de blindheid van het verstand. En het is moeilijker het hart zekerheid te bieden dan het verstand vol kennis te stoppen.

Daarom fungeert de Geest als zegel of waarmerk. De Geest bezegelt in ons hart juist die beloften waarvan hij eerst ons verstand heeft ingeprent dat ze zeker zijn. Hij is de waarborg dat die beloften bevestigt en officieel vaststelt. ‘Nadat jullie tot geloof gekomen zijn,’ zegt de apostel Paulus, ‘zijn jullie verzegeld met de Heilige Geest van de belofte. Die is de waarborg van onze erfenis.’ Efeziërs 1:13 Zie je dat hij leert dat de Heilige Geest net als bij een zegel een stempel in het hart drukt? En dat hij de Geest de Geest van de belofte noemt omdat Hij zo het evangelie bij ons ratificeert?
Ook tegen de Korinthiërs zegt Paulus: ‘Hij die ons gezalfd heeft, is God. Die heeft ons ook verzegeld en de waarborg van de Geest in ons hart gegeven.’ 2 Korinthiërs 1:21-22 En ergens anders heeft hij het over het vertrouwen en de vrijmoedigheid van de hoop. En dan baseert hij dat op de waarborg van de Geest. 2 Korinthiërs 5:5