Deze dwaling is gemakkelijk te weerleggen. Paulus verkondigt dat niemand kan getuigen wat een mens wil, behalve de eigen geest van de mens. 1 Korinthiërs 2:11 Maar hoe zou een mens er dan zeker van kunnen zijn wat God wil? En als Gods waarheid bij de mens al wankel staat in de dingen die we met onze ogen kunnen zien, hoe zou die waarheid dan stevig en stabiel kunnen staan als de Heer dingen belooft die onzichtbaar zijn voor ons oog en onbegrijpelijk voor ons verstand? Hier schiet het menselijk inzicht zo vreselijk tekort, dat dit de eerste stap is om in de school van de Heer vooruit te komen: afstand doen van dat inzicht. Want dat inzicht is net een gordijn dat ons verhindert om Gods mysteries te begrijpen. Die mysteries worden alleen geopenbaard aan kleine kinderen. Mattheüs 11:25; Lucas 10:21 Want vlees en bloed openbaren die mysteries niet Mattheüs 16:17 en de natuurlijke mens begrijpt de dingen van de Geest niet. De leer van God is juist dwaasheid voor hem, want die leer is alleen geestelijk te onderscheiden. 1 Korinthiërs 2:14
We hebben dus de hulp nodig van de Heilige Geest. Of liever, zijn kracht is als enige tot iets in staat. Geen enkel mens heeft de gedachten van de Heer gekend of heeft Hem raad gegeven. Romeinen 11:34 Maar de Geest onderzoekt alles, zelfs de diepten van God. 1 Korinthiërs 2:10 En dankzij Hem kennen wij Christus’ gedachten. 1 Korinthiërs 2:16 ‘Niemand kan bij Mij komen,’ zegt Christus, ‘als de Vader, die Mij gezonden heeft, hem niet trekt. Maar ieder die het van de Vader gehoord en geleerd heeft, die komt bij Mij. Niemand heeft de Vader gezien, behalve Hij die door God gezonden is.’ Johannes 6:44-46
We kunnen dus helemaal niet naar Christus toegaan als we niet door Gods Geest getrokken worden. En als we getrokken worden, worden we dus met ons verstand en ons hart uitgetild boven ons eigen inzicht. Want een ziel die door Hem verlicht wordt, krijgt als het ware een nieuwe intelligentie. Daarmee kan zij de hemelse mysteries zien die haar eerst met hun glans verblindden. En pas als het verstand van een mens zo beschenen wordt door het licht van de Heilige Geest, proeft het echt wat het koninkrijk van God inhoudt. Tot dat moment is het verstand veel te dom en te dwaas om dat te proeven.
Als Christus de mysteries van zijn rijk heel duidelijk uitlegt aan de twee Emmaüsgangers, bereikt Hij daar niets mee, totdat Hij hun verstand opent, zodat ze de Schrift begrijpen. Lucas 24:27; 24:45 De apostelen hadden les gehad uit Christus’ goddelijke mond. Toch moest de Geest van de waarheid naar hen gezonden worden, om dezelfde leer die ze met hun oren gehoord hadden, in hun verstand te druppelen. Johannes 16:13 Gods Woord is weliswaar net een zon die iedereen beschijnt aan wie dat Woord gepredikt wordt. Maar bij blinden levert dat helemaal niets op. En wij zijn in dit opzicht allemaal van nature blind. Daarom kan dat Woord niet in ons hart doordringen. Dat kan pas als de innerlijke leermeester, de Geest, de toegang tot ons hart opent door het te verlichten.