Maar ik laat me niet ophouden door het geblaf van Albertus Pighius1 en dergelijke honden. Zij gaan te keer tegen deze beperking, alsof ik het geloof in stukken scheur en maar één stuk overhoudt. Zoals ik zei: ik erken dat de waarheid van God het algemene object – zo noemen zij dat – is van geloof, of God nu dreigt of hoop op genade wekt. Daarom schrijft de apostel het toe aan Noachs geloof dat hij de ondergang van de wereld vreesde toen daar nog niets van te zien was. Hebreeën 11:7 Als vrees voor een dreigende straf voortkomt uit geloof, dan moeten de dreigementen niet buiten de definitie van geloof gelaten worden. Dat is inderdaad waar.
Maar het is onterecht dat deze lasteraars mij daarmee lastigvallen. Ze doen net alsof ik ontken dat geloof zich richt op alle delen van Gods Woord. Maar ik wil slechts twee dingen laten zien. In de eerste plaats dat geloof pas stevig overeind staat als het de belofte van genade bereikt heeft. En in de tweede plaats dat geloof ons alleen met Christus verzoent doordat het ons één maakt met Christus. Beide dingen zijn belangrijk. We zoeken een geloof dat Gods kinderen onderscheidt van de verworpenen en de gelovigen van ongelovigen. Als iemand gelooft dat Gods bevelen rechtvaardig zijn en dat zijn dreigementen uitkomen, moet zo iemand dan een gelovige genoemd worden? Absoluut niet! Dus staat geloof pas stevig als het gebaseerd wordt op Gods barmhartigheid.
En waarom behandel ik geloof eigenlijk? Toch omdat we dan weten langs welke weg we gered kunnen worden? En hoe kan geloof ons redden? Toch alleen doordat het ons ent in het lichaam van Christus? Er is dus niets absurds aan als ik in de definitie van geloof de nadruk leg op het belangrijkste effect en als ik om de groep gelovigen af te bakenen het kenmerk gebruik dat de gelovigen onderscheidt van ongelovigen.
Kortom, er is in deze leer niets waar deze boosaardige mensen kritiek op kunnen hebben. Of ze moeten Paulus laten delen in dezelfde kritiek. Want hij noemt het evangelie specifiek het Woord van het geloof. Romeinen 10:8
1Albertus Pighius van Kampen († 1542), rooms theoloog.