3.18.10 – Eén zonde maakt onrechtvaardig, maar één goede daad maakt niet rechtvaardig

0
413

Uiteindelijk, als mijn tegenstanders er genoeg van hebben om de Schrift te verdraaien, vervallen ze tot spitsvondigheden en drogredenen. Ze zoeken een uitvlucht in het feit dat geloof ergens een daad genoemd wordt. Daaruit concluderen ze dat ik geloof onterecht tegenover daden stel. Alsof we door geloof, voor zover het gehoorzaamheid is aan Gods wil, zelf onze rechtvaardigheid verdienen, in plaats van dat we door geloof Gods barmhartigheid omhelzen, zodat in ons hart Christus’ rechtvaardigheid bezegeld wordt, die ons door Gods barmhartigheid wordt aangeboden via de prediking van het evangelie.

Mijn lezers zullen het me wel vergeven als ik geen tijd verspil door zulke dwaasheden te weerleggen. Want die dwaasheden worden door hun eigen zwakheid al voldoende weerlegd, zonder dat een ander ze aanvalt. Toch wil ik in het voorbijgaan één bezwaar onderzoeken. Dat bezwaar lijkt wel iets redelijks te hebben en ik wil niet dat het minder ervaren mensen problemen oplevert.

Het gezond verstand leert dat voor tegengestelde dingen dezelfde norm geldt. En elke zonde afzonderlijk wordt ons aangerekend als onrechtvaardigheid. Daarom zeggen mijn tegenstanders dat ook aan elke goede daad afzonderlijk de lof van rechtvaardigheid toegekend wordt. Er zijn mensen die antwoorden dat de veroordeling van de mensen eigenlijk alleen maar het gevolg is van hun ongeloof en niet van elke afzonderlijke zonde. Maar dat antwoord bevredigt mij niet. Ik ben het wel met hen eens dat ongeloof de bron en de wortel is van elk kwaad. Want ongeloof is het eerste verraad aan God en de afzonderlijke overtredingen van de wet volgen daar op. Maar het lijkt erop dat deze mensen bij het taxeren van rechtvaardigheid of onrechtvaardigheid dezelfde norm gebruiken voor goede en slechte daden. En op dat punt zie ik me gedwongen om het met hen oneens te zijn.

Immers, rechtvaardigheid van onze daden is volmaakte gehoorzaamheid aan de wet. Je kunt dus alleen maar rechtvaardig zijn door je daden als je in heel je levensloop ononderbroken als het ware een rechte lijn volgt. Zodra je daarvan afwijkt, ben je vervallen in onrechtvaardigheid. Daaruit blijkt dat je rechtvaardigheid niet krijgt door één of enkele daden, maar door je zonder te wankelen en zonder vermoeid te raken te houden aan Gods wil. Maar voor het beoordelen van onrechtvaardigheid geldt een heel andere norm. Want wie onkuis geweest is of iets gestolen heeft, heeft door die ene zonde al de doodstraf verdiend. Want hij heeft Gods majesteit beledigd.

Deze mensen slaan met hun scherpzinnige redeneringen de plank mis, omdat ze niet letten op wat Jacobus zegt: ‘Wie in één ding struikelt, is schuldig aan alles. Want Hij die verboden heeft om te doden, heeft ook verboden om te stelen …’ Jacobus 2:10 Daarom mag het niet absurd lijken als ik zeg dat de dood het rechtvaardige loon is voor elke zonde. Want elke zonde is Gods rechtvaardige verontwaardiging en wraak waard. Maar je redeneert dwaas als je andersom concludeert dat een mens die door veel zonden Gods woede opwekt, dus ook door één goede daad met Hem verzoend kan worden.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in