En het is nuttig om hier kort op te merken in hoeverre deze manieren van spreken verschillen van de beloften van de wet. Met beloften van de wet bedoel ik niet alle beloften die her en der in de boeken van Mozes verspreid staan. Want in die boeken tref je ook veel beloften van het evangelie aan. Nee, ik bedoel de beloften die specifiek betrekking hebben op de bediening van de wet. Hoe je zulke beloften ook wilt noemen, ze kondigen aan dat er een beloning voor je klaarligt met deze voorwaarde: je moet doen wat jou bevolen wordt.
Maar als er gezegd wordt dat de Heer zich aan het verbond van barmhartigheid houdt tegenover hen die Hem liefhebben, maakt dat niet zozeer duidelijk wat de reden is waarom de Heer hen goed doet. Het laat zien zien wat voor mensen zijn dienaren zijn die oprecht zijn verbond hebben aangenomen. En dit is de manier waarop het dat laat zien: God keurt ons de genade van het eeuwige leven waard met het doel dat wij Hem liefhebben, vrezen en dienen. Op dezelfde manier zijn ook alle beloften van barmhartigheid die je in de Schrift aantreft gericht op dit doel: we moeten de gever van dat goede vrezen en dienen.
Dus telkens als we horen dat God degenen die zich aan zijn wet houden goed doet, moeten we bedenken dat dan Gods kinderen worden aangeduid volgens de plicht die ze continu moeten vervullen: we moeten God als Vader vereren. Dat is de reden waarom we geadopteerd zijn. We moeten dus altijd nastreven waar we toe geroepen zijn. Anders doen we zelf afstand van het recht van adoptie als kinderen.
Maar aan de andere kant moeten we beseffen dat de vervulling van de barmhartigheid van de Heer niet afhangt van de daden van de gelovigen. Nee, voor degenen die hun roeping beantwoorden met een oprecht leven, vervult Hij de belofte van redding om deze reden: alleen in hen die door zijn Geest geleid worden tot het goede, herkent Hij de echte kenmerken van zijn kinderen.
In dit verband moeten we zien wat in Psalm 15 staat over de burgers van de kerk: ‘HEER, wie mag wonen in uw tent en wie mag verblijven op uw heilige berg? Hij wiens handen onschuldig zijn en wiens hart rein is …’ Psalm 15:1; 24:4 Hetzelfde staat bij Jesaja: ‘Wie kan wonen bij een verterend vuur? Wie rechtvaardig leeft en juist spreekt …’ Jesaja 33:14-15 Daar wordt niet het fundament beschreven waarop de gelovigen voor de Heer steunen, maar de manier waarop de heel welwillende Vader hen binnen zijn gemeenschap brengt en hen daarin bewaart en bevestigt. Want de Heer vindt zonde heel erg en daarom heeft Hij rechtvaardigheid lief. Wie Hij met zich verbindt, reinigt Hij door zijn Geest, om hen gelijkvormig te maken aan zichzelf en zijn koninkrijk.
Dus als we vragen wat de eerste oorzaak is waardoor voor de heiligen de toegang geopend wordt tot Gods koninkrijk en waardoor het mogelijk wordt dat ze daar een stevige voet aan de grond krijgen en er kunnen blijven, dan ligt het antwoord klaar: de Heer heeft hen voor eens en voor altijd geadopteerd als zijn kinderen en blijft hen continu beschermen. Maar als we vragen op welke manier dat gebeurt, dan moeten we terechtkomen bij de nieuwe geboorte en de vruchten daarvan, die in Psalm 15 opgesomd worden.