Maar verreweg de meest ongegronde laster van de sofisten is dat ze zeggen dat de mensen worden uitgenodigd om te zondigen als ik verklaar dat de zonden gratis vergeven worden en dat rechtvaardigheid daarin ligt. Immers, ik zeg dat die vergeving zoveel waard is dat geen enkele daad van ons daartegen op kan wegen. Daarom zouden we die vergeving nooit kunnen krijgen als het geen gratis geschenk was.
Echter, ik zeg dat het voor óns wel gratis is, maar niet voor Christus. Hem heeft het heel veel gekost: zijn allerheiligste bloed. Dat was de enige losprijs die voldoende waard was om aan Gods oordeel te voldoen. Als we de mensen dit leren, worden ze gewaarschuwd dat zij niet kunnen voorkomen dat dit heilige bloed opnieuw vergoten wordt, elke keer als zij zondigen.
Bovendien zeg ik dat we zo onrein zijn dat dat nooit zou kunnen worden afgewassen, behalve door de bron van dit allerzuiverste bloed. Het kan toch niet anders of wie dit hoort krijgt een grotere afschuw van zonde dan wanneer er gezegd zou worden dat onze onreinheid wordt afgewassen door een besprenkeling met goede daden? En als ze enig besef van God hebben, hoe zouden ze er dan niet voor terugdeinzen om, als ze eenmaal gereinigd zijn, zich opnieuw in de modder te wentelen? Dan zouden ze de zuiverheid van deze bron, voor zover ze dat zouden kunnen, vertroebelen en besmeuren! ‘Ik heb mijn voeten gewassen,’ zegt de gelovige ziel bij Salomo. ‘Hoe kan ik die dan weer vies maken?’ Hooglied 5:3
Nu is duidelijk wie van ons beiden vergeving van zonden goedkoop maakt en rechtvaardigheid in de uitverkoop doet! Zij kletsen dat God verzoend wordt door hun onbeduidende genoegdoeningen, oftewel door drek. Ik verklaar dat de zondeschuld zo zwaar is dat die niet door loze onzinnigheden verzoend kan worden. God is zo diep beledigd dat dat niet kan worden kwijtgescholden op basis van deze waardeloze genoegdoeningen. Daarom heeft alleen Christus’ bloed dit voorrecht. Zij zeggen dat als onze rechtvaardigheid op een bepaald punt bezwijkt, die vernieuwd en hersteld kan worden door daden van genoegdoening. Maar ik ben van mening dat rechtvaardigheid zo kostbaar is dat daar geen enkele vergoeding van goede daden tegen op kan wegen. Om die rechtvaardigheid te herstellen moeten we dus alleen bij Gods barmhartigheid onze toevlucht nemen.
Wat verder nog met de vergeving van zonden te maken heeft, kun je vinden in het volgende hoofdstuk.