3.16.1 – Rechtvaardigheid en heiliging zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden

0
413

Met deze ene uitspraak kan ik ook gemakkelijk de onbeschaamdheid weerleggen van sommige goddelozen. Zij lasteren dat ik de goede daden onderuithaal en de mensen ervan afbreng om hun best daarvoor te doen, als ik zeg dat ze niet gerechtvaardigd worden op grond van hun daden en hun behoud niet verdienen. Verder lasteren ze dat ik de weg van rechtvaardigheid te gemakkelijk maak als ik leer dat die ligt in gratis vergeving van zonden. Ze zeggen dat dit een lokmiddel is waarmee ik mensen die daar uit eigen beweging al sterk toe geneigd zijn, verleid om te zondigen. Deze laster wordt volgens mij door deze ene uitspraak al voldoende weerlegd. Toch zal ik beknopt op beide punten reageren.

Deze goddelozen beweren dat rechtvaardiging door geloof een eind maakt aan goede daden. Ik zal nu maar niet zeggen wat voor mensen dat zijn die zo hun best doen voor goede daden en ons belasteren. Van mij mogen ze net zo ongestraft lasteren als ze de hele wereld besmetten met hun losbandige onreinheid. Ze huichelen dat ze het erg vinden dat goede daden van hun hoge positie verdreven worden, terwijl geloof zo luisterrijk verheven wordt. Maar wat zullen ze zeggen als blijkt dat goede daden juist opgericht en stevig verankerd worden? Want ik fantaseer geen geloof dat leeg is van goede daden of een rechtvaardiging die zonder goede daden kan bestaan. Het verschil is alleen dat ik erken dat geloof en goede daden onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, maar dat ik de rechtvaardiging toch plaats in geloof en niet in goede daden.

Waarom ik dat doe, kan ik gemakkelijk uitleggen als we ons alleen maar naar Christus keren. Geloof is op Hem gericht en van Hem krijgt het al zijn kracht. Waarom worden we nu door geloof gerechtvaardigd? Omdat we door geloof Christus’ rechtvaardigheid vastpakken. En alleen door die rechtvaardigheid kunnen we met God verzoend worden. Maar deze rechtvaardigheid zouden we niet kunnen vastpakken zonder tegelijk ook de heiliging vast te pakken. Want Christus is ons gegeven als rechtvaardigheid, wijsheid, heiliging en verlossing. 1 Korinthiërs 1:30 Christus rechtvaardigt dus niemand die Hij niet tegelijk ook heiligt. Want deze goede gaven zijn met elkaar verbonden door een blijvende en onbreekbare band. Hij verlost dus wie Hij met zijn wijsheid verlicht. Hij rechtvaardigt wie Hij verlost. En Hij heiligt wie Hij rechtvaardigt.

Maar de discussie gaat nu alleen over rechtvaardigheid en heiliging. Laten we daar dus nog even bij blijven staan. Ook al maak ik onderscheid tussen die twee, toch bevat Christus ze allebei in zichzelf, zonder dat ze van Hem gescheiden kunnen worden. Dus, wil je Christus’ rechtvaardigheid krijgen? Dan moet je eerst Christus in bezit hebben. Maar je kunt Hem niet in bezit hebben zonder deel te hebben aan zijn heiliging. Want Hij kan niet in stukken gescheurd worden. De Heer laat ons alleen van deze gave genieten door zichzelf te geven. Daarom schenkt Hij ze allebei tegelijk, de een nooit zonder de ander.

Zo is duidelijk hoe waar het is dat we niet zonder onze daden, maar toch ook niet door onze daden gerechtvaardigd worden. Want het delen in Christus, waardoor we gerechtvaardigd worden, bevat evengoed heiliging als rechtvaardigheid.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in