3.11.20 – Niet door daden ‘van de wet’

0
387

Misschien vindt iemand het vreemd dat de apostel niet tevreden is met het noemen van daden alleen en er de aanduiding ‘van de wet’ aan toevoegt. Maar de reden daarvoor ligt voor de hand. Daden worden hoog gewaardeerd, maar dat komt niet door hun eigen waarde, maar vooral door Gods goedkeuring. Want wie zou de rechtvaardigheid van onze daden bij God durven aanprijzen als Hij die niet zelf heeft goedgekeurd? Wie zou het wagen loon te eisen voor zijn daden, alsof God hem dat verschuldigd was, als God het niet zelf beloofd had? Dus komt het door Gods goedheid dat daden op basis van de wet de naam en de beloning van rechtvaardigheid waard geacht worden. En hun enige betekenis is dus dat we daarin laten zien dat we God gehoorzaam willen zijn.

Als de apostel Paulus ergens anders wil bewijzen dat Abraham niet gerechtvaardigd kon worden door zijn daden, beroept hij zich daarom hierop: pas 430 jaar na het sluiten van het verbond is de wet gegeven. Galaten 3:17 Mensen die er niets vanaf weten, zouden om zo’n argument lachen en zeggen dat er ook wel rechtvaardige daden konden bestaan vóór de afkondiging van de wet. Maar de apostel wist dat onze daden die waarde alleen maar kunnen hebben als God dat verklaard heeft en onze daden die benaming heeft waard gekeurd. Daarom nam hij als vanzelfsprekend aan dat onze daden ons niet rechtvaardigen konden voordat de wet er was.

Nu weten we waarom Paulus het uitdrukkelijk heeft over daden ‘van de wet’ als hij die daden het vermogen om te rechtvaardigen wil ontzeggen. Want alleen over die daden kon verschil van mening rijzen.

Trouwens, ook zonder de specifieke aanduiding ‘van de wet’ keurt hij soms alle daden af. Hij zegt bijvoorbeeld dat volgens David het behoud toegekend wordt aan de mens aan wie God rechtvaardigheid toerekent zonder zijn daden. Romeinen 4:6 De sofisten kunnen dus met geen enkele uitvlucht voorkomen dat we kunnen vasthouden aan de algemene uitsluiting van alle daden.

Ook proberen ze het tevergeefs via een flauwe scherpzinnigheid als ze zeggen dat we alleen gerechtvaardigd worden door geloof dat werkt door liefde, om zo de rechtvaardigheid te baseren op liefde. Ik geef met Paulus toe dat een geloof dat werkt door liefde het enige geloof is dat rechtvaardigt. Maar het vermogen om te rechtvaardigen ontleent dat geloof niet aan het werk van de liefde. Nee, het rechtvaardigt alleen doordat het ons laat delen in de rechtvaardigheid van Christus.

Anders zou onderuitgehaald worden wat de apostel zo fel en nadrukkelijk zegt: ‘Aan wie werkt, wordt geen loon betaald uit genade, maar uit schuld. Maar aan wie niet werkt, maar gelooft in Hem die de goddelozen rechtvaardigt, wordt zijn geloof toegerekend als rechtvaardigheid.’ Romeinen 4:4-5 Kon hij het nog duidelijker zeggen dan zo? Rechtvaardigheid door geloof kan er alleen maar zijn als er geen daden zijn waar een beloning voor verschuldigd is. En geloof kan alleen als rechtvaardigheid toegerekend worden als de rechtvaardigheid gegeven wordt uit een genade die niet verschuldigd is. Duidelijker kan toch niet?

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in