De sofisten, die een speels plezier hebben in het vervalsen van de Schrift en in loze spitsvondigheden, denken dat ze een scherpzinnige uitvlucht hebben. Want ze leggen ‘daden’ zo uit dat het alleen daden zijn volgens de letter, die gedaan worden door mensen die nog niet opnieuw geboren zijn. Ze worden daartoe aangezet door de vrije wil, zonder de genade van Christus. De sofisten ontkennen dus dat dat over geestelijke daden gaat die gedaan worden door de gelovigen door de kracht van de Heilige Geest. En dus wordt volgens hen de mens zowel door geloof als door zijn daden gerechtvaardigd. Als het maar niet zijn eigen daden zijn, maar de daden die Christus hem gegeven heeft als vruchten van de nieuwe geboorte. Want, zeggen ze, Paulus heeft dit alleen gezegd om de Joden te overtuigen. Zij vertrouwden op hun eigen kracht en waren zo dom zich rechtvaardigheid aan te matigen. Maar alleen Christus geeft ons die en niet onze ijver uit eigen natuurlijke beweging.
Maar de sofisten beseffen niet dat de tegenstelling tussen rechtvaardigheid van de wet en van het evangelie, die Paulus ergens anders aanvoert, Galaten 3:11-12 daden uitsluit, wat voor daden dat ook zijn en met welke naam ze ook getooid worden. Want hij leert dat dit rechtvaardigheid van de wet is: je krijgt de redding als je gedaan hebt wat de wet beveelt. Maar rechtvaardigheid door geloof is dit: je krijgt de redding als je gelooft dat Christus gestorven en opgestaan is.
Bovendien zullen we later, als we daaraan toe zijn, zien dat heiliging en rechtvaardigheid verschillende gaven van Christus zijn. En dat betekent dat zelfs geestelijke daden niet meetellen als de kracht om te rechtvaardigen wordt toegeschreven aan geloof.
En zojuist haalde ik aan dat Paulus zegt dat Abraham geen reden heeft om te roemen bij God, omdat hij niet rechtvaardig is door zijn daden. Dat moet niet beperkt worden tot een letterlijke en uiterlijke schijn van goed gedrag, of tot wat hij deed uit eigen vrije wil. Nee, je moet het zo opvatten: hoewel het leven van deze aartsvader geestelijk was en haast het leven van een engel, heeft hij met zijn daden toch niet genoeg verdiend om bij God rechtvaardigheid te verwerven.