Met het evangelie bedoel ik de duidelijke openbaring van het mysterie van Christus. Natuurlijk geef ik toe dat Paulus de geloofsleer het evangelie noemt. Dan vallen onder het evangelie ook de beloften die overal in de wet voorkomen over gratis vergeving van zonden, waardoor God de mensen met zich verzoent. Want Paulus stelt dan geloof tegenover de verschrikkingen die het geweten benauwen en kwellen als je gered zou moeten worden op basis van je eigen daden. Als je het woord ‘evangelie’ in de ruime betekenis gebruikt, omvat het evangelie dus ook de bewijzen die God vroeger aan de aartsvaders gegeven heeft van zijn barmhartigheid en vaderliefde.
Maar volgens mij slaat het woord ‘evangelie’ vooral op de verkondiging van de genade die volledig geopenbaard is in Christus. Dat is niet alleen een algemeen geaccepteerde gewoonte. Het steunt ook op het gezag van Christus en de apostelen. Daarom wordt als een speciaal kenmerk van Christus genoemd dat Hij het evangelie van het Koninkrijk gepredikt heeft. Mattheüs 4:17; 4:23; 9:35 Marcus begint zelfs met deze woorden: ‘Begin van het evangelie van Jezus Christus.’ Marcus 1:1 Maar het is niet nodig dat ik alle passages opsom om iets te bewijzen dat meer dan voldoende bekend is. Christus heeft door zijn komst het leven en de onvergankelijkheid aan het licht gebracht door het evangelie. 2 Timotheüs 1:10 Met die woorden geeft Paulus niet aan dat de aartsvaders diep in het donker van de dood verzonken zaten, totdat Gods Zoon het vlees aantrok. Nee, door voor het evangelie deze speciale eer op te eisen, leert hij dat het een nieuw en ongewoon soort boodschap was. 2 Korinthiërs 5:20 Door die boodschap heeft God zijn beloften vervuld. Want in de persoon van de Zoon werd de waarheid van de beloften werkelijkheid.
De gelovigen hebben altijd ervaren hoe waar deze woorden van Paulus waren: in Christus zijn alle beloften ja en amen. Want die beloften worden in hun hart bezegeld. 2 Korinthiërs 1:20-22 Toch is het terecht dat de levende vervulling van die beloften nieuwe en speciale lof krijgt, omdat Hij in zijn vlees alle onderdelen van onze redding vervuld heeft. Vandaar dat Christus zegt: ‘Van nu af zullen jullie zien dat de hemel open is en dat engelen neerdalen op de mensenzoon.’ Johannes 1:52 Het lijkt dan alsof Hij zinspeelt op de ladder die de aartsvader Jacob te zien kreeg in een visioen. Genesis 28:12 Maar in elk geval geeft Hij door dit teken hoog op van zijn komst: Hij heeft voor ons de deur van de hemel geopend, zodat wij daar vrij toegang hebben.