2.8.40 – De mens is beeld van God en ons eigen vlees

0
396

De Schrift geeft twee redenen waarom dit gebod eerlijk is. De mens is het beeld van God en hij is ons eigen vlees. Als we Gods beeld niet willen schenden, moeten we ieder mens dus beschouwen als onaantastbaar. En als we niet elk menselijk gevoel van ons af willen schudden, moeten we hem koesteren als ons eigen vlees. Een extra motivatie kunnen we afleiden uit de verlossing en genade door Christus, maar dat zal ik later behandelen.

De Heer heeft gewild dat we twee dingen van nature in de mens zien. Die twee dingen moeten ons ertoe brengen dat we hem sparen: we moeten het beeld van God dat in de mens gedrukt staat, eerbiedigen. En we moeten ieder mens omhelzen als ons eigen vlees. Wie nooit het bloed van een ander vergiet, ontkomt daarmee dus nog niet aan de aanklacht van moord. Of je nu daadwerkelijk iets doet of probeert, of dat je enkel iets wilt of beraamt dat tegen het welzijn van een ander ingaat – je bent schuldig aan moord. Maar als je aan de andere kant niet je best doet om zijn welzijn, voor zover je dat kunt en voor zover je in de gelegenheid bent, te beschermen, dan overtreed je met die onmenselijkheid de wet ook.

Als God zo voor de veiligheid van het lichaam zorgt, dan moeten we daaruit afleiden hoeveel zorg en inzet we verschuldigd zijn voor het welzijn van de ziel. Want voor God gaat de ziel het lichaam oneindig ver te boven.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in