Je mag niet doden.
De bedoeling van dit gebod is dat de Heer het menselijk geslacht door een bepaalde eenheid met elkaar verbonden heeft. Exodus 20:13 Daarom moet iedereen geven om ieders veiligheid. De kern is dus dat elke vorm van geweld en onrecht en in het algemeen alles wat schadelijk kan zijn voor het lichaam van onze naaste ons verboden wordt. En daarom wordt ons bevolen om, als we iets kunnen doen om het leven van onze naaste te beschermen, dat ook trouw te doen. We moeten zorgen voor zijn veiligheid, oppassen dat hem niets overkomt en hem een helpende hand toesteken als hij in gevaar verkeert.
Als je bedenkt dat God, de wetgever, dit zegt, bedenk dan ook dat Hij door deze norm je ziel wil leiden. Want Hij doorziet onze gedachten en houdt zich vooral daarmee bezig. Daarom zou het belachelijk zijn als Hij alleen het lichaam echte rechtvaardigheid zou leren. Dus verbiedt dit gebod ook het doden met het hart en beveelt dit gebod dat je vanbinnen geneigd moet zijn het leven van je broeder te sparen. Doden doe je weliswaar met je hand, maar het begint in je hart, als dat besmet raakt met woede en haat. Kijk maar eens of je woedend kunt zijn op je broeder zonder dat je een brandende begeerte voelt om hem kwaad te doen. Als je niet woedend kunt zijn zonder die begeerte, kun je ook niet haten zonder die begeerte. Want haat is niets anders dan een lang volgehouden woede. Ook al houd je het verborgen en probeer je je met loze uitvluchten te verontschuldigen, waar woede of haat is, daar bestaat een neiging om kwaad te doen. Als je je hiertegen blijft verzetten, dan heeft de Geest zelf al gezegd dat wie zijn broeder haat een moordenaar is. 1 Johannes 3:15 En de Heer Christus heeft gezegd: wie woedend is op zijn broeder, wordt aangeklaagd voor de rechtbank, wie zegt: ‘Nietsnut!’ wordt aangeklaagd bij de raad en wie zegt: ‘Dwaas!’ wordt aangeklaagd in de hel. Mattheüs 5:22