2.8.2 – De Tien Geboden moeten ons leren wat we God schuldig zijn

0
427

Nu kunnen we gemakkelijk begrijpen wat we uit de wet moeten leren: God is onze schepper en als schepper heeft Hij bij ons ook recht op de positie van Vader en Heer. En daarom zijn wij verplicht Hem te eren, te gehoorzamen, lief te hebben en te vrezen. Wij zijn dus geen eigen baas. We kunnen niet gaan en staan waar we maar willen. We moeten voortdurend letten op Gods wenken. We moeten ons altijd houden aan waar Hij blij mee is. En vervolgens moeten we leren dat God blij is met rechtvaardigheid en oprechtheid en dat Hij onrechtvaardigheid verafschuwt. Als we niet goddeloos en ondankbaar willen afwijken van onze schepper, moeten we dus heel ons leven rechtvaardig leven. We betonen Hem pas gepaste eerbied als we zijn wil boven die van ons stellen. Dat betekent dus dat je Hem alleen op de juiste manier dient als je rechtvaardig, heilig en rein leeft.

En we mogen niet als excuus aanvoeren dat we daar niet toe in staat zijn, dat we net berooide schuldenaars zijn die niet kunnen betalen. Want het is ongepast om Gods eer af te meten aan ons vermogen. Want hoe wij er ook aan toe zijn, God blijft zichzelf steeds gelijk: een vriend van rechtvaardigheid en een vijand van onrechtvaardigheid. Hij kan alleen eisen wat goed is. Dus wat Hij ook van ons eist, wij moeten Hem wel gehoorzamen. Wij zijn daar van nature toe verplicht. Dat we dat niet kunnen, is onze eigen schuld. Want onze begeerte wordt geregeerd en gevangen gehouden door de zonde. Romeinen 6:12 Daardoor zijn we niet vrij om onze Vader te gehoorzamen. Maar er is dus geen enkele reden om als verdediging aan te voeren dat onze zonde onvermijdelijk is. Want dat kwaad ligt in ons en daar zijn we zelf verantwoordelijk voor.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in