Doordat de wet tegen ons getuigt, bewijst zij dat wij allemaal zondig en veroordeeld zijn. Maar dat is niet om ons in wanhoop te laten bezwijken, zodat we de moed opgeven en ons halsoverkop in de afgrond storten. Als we het getuigenis van de wet maar tot ons voordeel gebruiken, zoals het hoort. Zeker, de verworpenen worden wel op deze manier door de wet doodsbang gemaakt. Maar dat komt omdat ze zo koppig zijn. Bij Gods kinderen heeft dit onderwijs echter een ander doel.
De apostel Paulus getuigt wel dat wij door het oordeel van de wet veroordeeld zijn, om iedereen het zwijgen op te leggen, zodat de hele wereld voor Gods ogen schuldig staat. Romeinen 3:19 Maar dezelfde apostel leert ergens anders dat God alle mensen in hun ongeloof heeft opgesloten, niet om ze verloren te laten gaan of om ze allemaal te laten omkomen, maar om ze allemaal barmhartig te zijn. Romeinen 11:32 Want Gods bedoeling is dat ze hun dwaze ideeën over hun eigen kunnen zouden loslaten en zouden inzien dat ze alleen door Gods hand overeind staan en overeind blijven. We moeten naakt en leeg vluchten naar Gods barmhartigheid. Daar alleen moeten we op vertrouwen, daar alleen moeten we ons verschuilen en die alleen moeten we beetpakken voor onze rechtvaardigheid en onze beloning. En die barmhartigheid is in Christus beschikbaar voor iedereen die zich er met echt geloof naar uitstrekt en er naar uitkijkt.
Want in de geboden van de wet verschijnt God als iemand die alleen volmaakte rechtvaardigheid beloont. Maar omdat zo’n rechtvaardigheid ons allemaal ontbreekt, verschijnt God in de geboden van de wet integendeel als iemand die misdaden streng bestraft. In Christus echter straalt zijn gelaat vol van genade en vriendelijkheid, zelfs voor ellendige en onwaardige zondaren.