Maar ik moet nu wel met een paar woorden uitleggen en bovendien onderbouwen dat ik gezegd heb dat wij ons onmogelijk aan de wet kunnen houden. Want de grote massa vindt dat altijd een absurd idee. En Hiëronymus deinsde er zelfs niet voor terug om er een ‘vervloekt’ over uit te spreken. Maar wat Hiëronymus ervan vond, interesseert mij niet. We moeten onderzoeken wat de waarheid is. Ik ga hier geen lange redeneringen ophangen over de verschillende soorten ‘mogelijkheden’. ‘Onmogelijk’ noem ik iets dat nooit bestaan heeft en dat als gevolg van Gods orde en besluit ook nooit bestaan kan.
Volgens mij is er vanaf het allereerste begin nooit een heilige geweest die, gehuld in het lichaam van de dood, Romeinen 7:24 het streefdoel van de liefde bereikt heeft en God met heel zijn verstand, heel zijn ziel en heel zijn vermogen liefhad. Marcus 12:30; Lucas 10:27 Bovendien is er ook nooit iemand geweest die niet te kampen had met hartstochtelijke begeerte. Wie zou dit kunnen tegenspreken? Ik zie wel wat voor heiligen dwaze bijgelovige mensen zich inbeelden: heiligen die in reinheid haast gelijk zijn aan de engelen. Maar dat is in strijd met zowel de Schrift als onze eigen ervaring. Ook zeg ik dat er hierna ook nooit iemand zal zijn die echte volmaaktheid zal bereiken, zolang hij nog niet verlost is van de last van het lichaam.
Voor dit standpunt staan mij om te beginnen duidelijke bewijzen uit de Schrift ter beschikking. ‘Er is geen rechtvaardig mens op aarde die niet zondigt,’ zei Salomo. 1 Koningen 8:46; Prediker 7:20 En David: ‘Niemand die leeft, zal in uw ogen gerechtvaardigd worden.’ Psalm 143:2 Job bevestigt dit ook in veel passages. Job 4:17; 9:2; 15:14; 25:4 Paulus zegt het het duidelijkst. Hij zegt dat wat het vlees begeert in strijd is met de Geest en dat wat de Geest begeert in strijd is met het vlees. Galaten 5:17 En het enige argument dat hij aanvoert om te bewijzen dat ieder die onder de wet is, vervloekt is, is dat er geschreven staat: ieder die zich niet houdt aan alle geboden van de wet, is vervloekt. Galaten 3:10; Deuteronomium 27:26 Dan gaat hij er dus stilzwijgend vanuit en neemt hij als vaststaand aan dat niemand zich aan alle geboden kan houden.
Echter, alles wat in de Schrift bepaald is, horen we te beschouwen als eeuwig en dus als onvermijdelijk. De pelagianen kwelden Augustinus met dit soort spitsvondigheden: als je zegt dat God meer beveelt dan gelovigen door zijn genade kunnen doen, doe je God onrecht. Om aan deze laster te ontkomen, gaf Augustinus toe dat de Heer, als Hij wilde, een sterfelijk mens net zo rein kon maken als een engel. Maar, zei Augustinus, dat had Hij nooit gedaan en zou Hij ook nooit doen. Want dan zou Hij iets anders doen dan Hij in de Schrift verzekerd heeft.1 Ik ontken dat niet. Maar ik voeg er wel aan toe dat het geen goed idee is om Gods macht en Gods waarheid tegen elkaar uit te spelen. Daarom moet je er niet de draak mee steken als iemand zegt dat iets niet zal gebeuren omdat de Schrift zegt dat het niet zal gebeuren. Maar als er dan toch een discussie gevoerd wordt over dit woord – als zijn leerlingen vragen wie er gered kan worden, antwoordt de Heer dat dit wel onmogelijk is bij de mensen, maar dat bij God alles mogelijk is. Mattheüs 19:25-26
Augustinus heeft nog een heel overtuigend argument om te beweren dat we in dit vlees God nooit de vereiste liefde geven. Hij zegt: ‘Liefde volgt op kennis. Dus kan niemand God volmaakt liefhebben zonder eerst volledig zijn goedheid te leren kennen. Maar zolang wij als vreemdelingen in deze wereld leven, kijken wij door een spiegel en in raadsels. Dat betekent dus dat onze liefde onvolmaakt is.’2
Zo staat dus buiten kijf dat we in dit vlees de wet onmogelijk kunnen vervullen, gelet op de zwakheid van onze natuur. Ik zal dat later nog aantonen op basis van Paulus.
1Augustinus, De natura et gratia.
2Augustinus, De Spiritu et littera, 36.