2.6.3 – De profeten wezen steeds op Christus

0
309

Verder, als er bij tegenspoed verlichting beloofd wordt, wordt het vaandel opgestoken van vertrouwen en hoop in Christus zelf. Vooral als er geschreven wordt over de bevrijding van de kerk. ‘God is uitgetrokken om zijn volk te verlossen, met zijn Messias,’ zegt Habakuk. Habakuk 3:13 En telkens als het bij de profeten gaat over het herstel van de kerk, wijzen zij het volk op de belofte aan David, dat zijn koninkrijk eeuwig zou zijn. En dat is logisch, want anders zou het verbond maar wankel zijn.

En daar slaat ook de beroemde uitspraak van Jesaja op. Jesaja voorzegde dat het beleg van Jeruzalem zou worden opgebroken en dat er dan uitredding zou komen. Toen hij merkte dat de ongelovige koning Achaz dat niet aannam, stapte hij als het ware abrupt over op de Messias: ‘Kijk, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren.’ Jesaja 7:14 Indirect gaf hij daarmee aan dat het verbond niet zonder betekenis zou zijn, maar dat de verlosser zou komen als het zijn tijd was. Zelfs al verwierpen de koning en het volk de aangeboden belofte met hun slechtheid, alsof ze hun uiterste best deden om Gods trouw aan het wankelen te brengen.

Kortom, alle profeten zorgden ervoor dat ze steeds weer het koninkrijk van David noemden, als ze wilden laten zien dat God bereid was tot verzoening. Want van dat koninkrijk waren de verlossing en het eeuwige behoud afhankelijk.

Jesaja zegt bijvoorbeeld: ‘Ik zal met jullie een verbond sluiten: de betrouwbare gunstbewijzen aan David. Kijk, Ik heb hem als een getuige gegeven aan de volken.’ Jesaja 55:3-4 Want in hun hopeloze omstandigheden was de tussenkomst van die getuige de enige manier waarop de gelovigen nog hoop konden koesteren dat God zich door hen zou laten verbidden.

Op dezelfde manier zegt Jeremia, om wanhopigen een hart onder de riem te steken: ‘Kijk, er komen dagen dat ik voor David een rechtvaardige afstammeling zal laten opstaan. Dan zal Juda verlost worden en zal Israël veilig wonen.’ Jeremia 23:5-6

En Ezechiël zegt: ‘Ik zal één herder over mijn schapen laten opstaan: mijn knecht David. Ik, Jehova, zal hun God zijn en mijn knecht David hun herder. En ik zal een verbond van vrede met hen sluiten.’ Ezechiël 34:23-25 Ook zegt hij ergens anders, nadat hij het over de ongelofelijke vernieuwing gehad heeft: ‘Mijn knecht David zal koning over hen zijn en zij zullen samen één herder hebben en ik zal een verbond van vrede met hen sluiten.’ Ezechiël 37:24-26

Ik neem maar enkele van de vele Schriftbewijzen. Want ik wil mijn lezers er alleen maar op wijzen dat de hoop van alle vromen altijd alleen maar op Christus gevestigd was en nooit op iets anders.

Ook alle andere profeten zijn daarmee in overeenstemming. Bij Hosea staat: ‘De kinderen van Juda en de kinderen van Israël zullen samen verzameld worden en zij zullen één hoofd over zich aanstellen.’ Hosea 1:11 En later legt hij dat duidelijker uit: ‘De kinderen van Israël zullen terugkeren en Jehova, hun God, zoeken en David, hun koning.’ Hosea 3:5

En als Micha het heeft over de terugkeer van het volk, zegt ook hij duidelijk: ‘Hun koning zal voor hen uitgaan en Jehova aan hun hoofd.’ Micha 2:13

Amos zegt, als hij de vernieuwing van het volk wil beloven: ‘Op die dag zal Ik de vervallen hut van David weer oprichten. Haar scheuren zal ik dichten en wat ervan is ingestort zal ik weer overeind zetten.’ Amos 9:11 Want de enige banier van redding was dat de koninklijke luister in het huis van David zich weer oprichtte. In Christus is dat vervuld.

Daarom roept Zacharia het nog duidelijker uit, omdat hij in tijd dichter bij de openbaring van Christus leefde: ‘Verheug je, dochter van Sion! Juich, dochter van Jeruzalem! Kijk, je koning komt naar je toe, rechtvaardig en reddend.’ Zacharia 9:9 Dat komt overeen met de passage uit Psalm 28, die ik eerder geciteerd heb: ‘Jehova is de kracht van de redding door zijn Christus. Red, Jehova!’ Psalm 28:8-9 Daar wordt de redding vanuit het hoofd over heel het lichaam verspreid.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in