Dit levert ons allerlei vrucht op voor ons geloof. In geloof begrijpen we immers dat de Heer door zijn hemelvaart de toegang geopend heeft tot het hemelse koninkrijk. Voor Adam was die toegang gesloten. Maar Christus is in een menselijk lichaam de hemel binnengegaan. Daarom is het net alsof Hij namens ons de hemel binnengegaan is. En dat betekent dus, zoals de apostel Paulus zegt, dat wij in zekere zin in Hem in de hemel zitten. Wij hebben niet slechts hoop op de hemel, maar in ons hoofd Christus hebben wij de hemel al. Efeziërs 2:6

In de tweede plaats zien we in geloof in dat het voor ons grote voordelen heeft dat Christus naast de Vader zit. Want nu Hij het heiligdom is binnengegaan dat niet met handen gemaakt is, verschijnt Hij blijvend voor Gods ogen als advocaat en pleiter voor ons. Hebreeën 7:25; 9:11; Romeinen 8:34 Hij laat de Vader zijn ogen richten op zijn rechtvaardigheid, zodat die niet langer kijkt naar onze zonden. Hij verzoent het hart van de Vader zo met ons dat Hij met zijn pleiten voor ons de weg en de toegang baant tot Gods troon. En ondertussen zorgt Hij ervoor dat die troon vol genade en welwillendheid is, terwijl die anders voor ellendige zondaren vol verschrikking zou zijn.
In de derde plaats grijpen we in geloof zijn macht vast. In die macht liggen onze weerbaarheid, kracht, wapens en triomf tegen de hel. Want ‘toen Hij opvoer naar de hemel, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen’ Efeziërs 4:8; Psalm 68:19 en nadat Hij zijn vijanden ontwapend had, overlaadde Hij zijn volk en elke dag geeft Hij hun nog meer geestelijke rijkdom. Christus zit dus in hoge regionen om vandaar zijn kracht op ons uit te storten en ons levend te maken, om ons te heiligen door zijn Geest, om zijn kerk te tooien met allerlei genadegaven, om haar door zijn bescherming veilig te bewaren tegen elk kwaad, om de razende vijanden van zijn kruis en van ons behoud te bedwingen met de kracht van zijn hand, kortom, om alle macht te hebben op hemel en aarde, totdat Hij al zijn vijanden – dat zijn ook onze vijanden – verslagen heeft en Hij de opbouw van zijn kerk voltooid heeft. Zo staat het er werkelijk voor in zijn rijk. Dit is de macht die de Vader Hem gegeven heeft, totdat Hij zijn laatste daad verricht, als Hij komt om de levenden en de doden te oordelen.