2.16.15 – Christus zit aan de rechterhand van de Vader

0
607

Daarom wordt in de Apostolische Geloofsbelijdenis meteen daarna gezegd dat Christus aan de rechterhand van de Vader zit. Dat is een vergelijking die is ontleend aan de vorsten die hun assistenten hebben. Aan hen dragen zij de taak op om te besturen en bevelen te geven. De Vader wil in Christus geprezen worden en Hij wil door zijn hand regeren. Dus wordt over Christus gezegd dat Hij is opgenomen naar de rechterhand van de Vader. Marcus 16:19; Hebreeën 1:3 Het is net alsof er gezegd werd dat Hij is ingehuldigd om te regeren over hemel en aarde en dat Hij de aan Hem toevertrouwde bediening officieel op zich genomen heeft. En dat heeft Hij niet voor één keer gedaan. Hij blijft die bediening uitvoeren totdat Hij komt om te oordelen.

2.16.15 – Christus zit aan de rechterhand van de Vader

Want zo legt de apostel Paulus het uit. Hij zegt het zo: ‘De Vader heeft Hem aan zijn rechterhand gezet, boven elke overheid, macht, kracht en gezag en boven elke naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomstige wereld.’ Efeziërs 1:20; Filippenzen 2:9 En zo: ‘Hij heeft alles onder zijn voeten gelegd 1 Korinthiërs 15:27 en heeft Hem de kerk gegeven om Hem hoofd te laten zijn over alle dingen …’ Efeziërs 4:15 Je ziet waarom Hij daar zit: zowel de hemelse als de aardse schepselen moeten opkijken tegen zijn majesteit, door zijn hand geregeerd worden, op zijn wenken gespitst zijn en zich aan zijn macht onderwerpen.

En telkens als de apostelen het noemen dat Christus aan Gods rechterhand zit, willen ze daarmee niets anders leren dan dat Hij in alles het laatste woord gekregen heeft. Handelingen 2:30-36; 3:21; Hebreeën 1:8-13 Wie denkt dat met dat zitten simpelweg het geluk wordt bedoeld, heeft het dus mis. Verder maakt het niets uit dat in Handelingen Stefanus verklaart dat Hij Christus ziet staan. Want het gaat hier niet om de lichaamshouding, maar om de majesteit van het gezag. Het ‘zitten’ betekent dus gewoon het voorzitten van de hemelse rechtbank.1

1Augustinus, De fide et symbolo, 7,14.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in