2.15.5 – Christus’ koninkrijk is geestelijk

0
489

Daarom leren we dat Christus niet als koning gezalfd is met olie of lekker ruikende zalf. Hij wordt Gods Christus genoemd omdat op Hem altijd de Geest gerust heeft van wijsheid en inzicht, van beleid en kracht en van het vrezen van God. Jesaja 11:2 Dat is de vreugdeolie waarmee Hij volgens Psalm 45 is gezalfd, zodat Hij uitsteekt boven zijn metgezellen. Psalm 45:8 Want als Hij niet zo geweldig was, zouden wij arm en hongerig zijn. Immers, ik zei al dat Hij niet zo rijk voorzien is voor zichzelf, maar om wie honger en dorst hebben te vullen met zijn overvloed. Want er wordt gezegd dat de Vader aan zijn Zoon onbeperkt de Geest gegeven heeft. Johannes 3:34 En dan wordt erbij gezegd wat de reden daarvoor is: dat wij allemaal uit zijn overvloed genade op genade zouden krijgen. Johannes 1:16 En die bron stroomt royaal, zoals Paulus vertelt. Daardoor wordt de genade gegeven aan elke gelovige afzonderlijk, in overeenstemming met de maat waarin Christus die gave gekregen heeft. Efeziërs 4:7

Dit bevestigt meer dan voldoende wat ik gezegd heb: Christus’ koninkrijk ligt in de Geest en niet in aards genot of pracht en praal. Daarom moeten we de wereld loslaten om aan dat rijk deel te kunnen krijgen.

Van deze heilige zalving is een zichtbaar symbool getoond toen Christus gedoopt werd. Toen rustte de Geest op Hem in de vorm van een duif. Johannes 1:32; Lucas 3:22 En dat de Geest en zijn gaven aangeduid worden met het woord ‘zalving’ is niet nieuw. 1 Johannes 2:20; 2:27 Ook moet je dat niet absurd vinden. Want alleen op die manier krijgen wij kracht. Want vooral wat betreft het hemelse leven is er in ons geen druppel kracht, behalve de kracht die de Heilige Geest in ons giet. Want de Heilige Geest heeft Christus uitgekozen als zijn basis. Van Hem uit worden we overspoeld door de hemelse rijkdommen die we zo hard nodig hebben. De gelovigen houden onoverwinnelijk stand dankzij de kracht van hun koning. Zijn geestelijke rijkdommen hebben zij in overvloed. Daarom worden ze terecht christenen genoemd.

Ik heb gezegd dat Christus’ koninkrijk eeuwig is. Daar doet niets vanaf dat Paulus zegt: ‘Dan zal Hij het koninkrijk overgeven aan zijn God en Vader.’ En: ‘De Zoon zal zich zelf onderwerpen, zodat God alles zal zijn in allen.’ 1 Korinthiërs 15:24-28 Want Paulus wil alleen maar zeggen dat straks in de volmaakte glorie het koninkrijk anders bestuurd zal worden dan nu. Want de Vader heeft alle macht aan de Zoon gegeven, zodat Hij ons met zijn hand bestuurt, koestert en onderhoudt, ons bewaardt onder zijn bescherming en ons helpt. Zodoende komt Christus als middelaar tussenbeide als wij vervreemd zijn van God. Hij brengt ons stap voor stap terug naar een sterke verbondenheid met God.

En dat Christus aan de rechterhand van de Vader zit, betekent eigenlijk dat Hij de afgezant van de Vader genoemd wordt. Hij heeft alle regeringsmacht. Want God wil, bij wijze van spreken, de kerk regeren en beschermen via Christus als tussenpersoon. Zo legt Paulus het ook uit in Efeziërs 1: Christus zit aan de rechterhand van de Vader als hoofd van de kerk, zijn lichaam. Efeziërs 1:20-34 Hetzelfde bedoelt hij ergens anders, als hij leert dat Christus een naam gekregen heeft die alle namen te boven gaat en dat iedereen voor de naam ‘Jezus’ zijn knieën moet buigen en met zijn tong moet belijden dat Hij er is voor de glorie van God de Vader. Filippenzen 2:9-11 Met deze woorden wijst hij ons er ook op dat wij de orde van Christus’ rijk nodig hebben omdat we nu nog zwak zijn. Maar, concludeert Paulus terecht, straks is God zelf het enige hoofd van de kerk. Want dan is Christus’ taak om de kerk te verdedigen vervuld.

Om dezelfde reden noemt de Schrift Christus overal Heer. Want de Vader heeft Hem aangesteld over ons om ons via Hem te regeren. Want er zijn op aarde veel heren die we moeten eren. Maar we hebben slechts één God uit wie alle dingen voortkomen: de Vader. En we hebben slechts één Heer, door wie alle dingen bestaan en wij door Hem: Christus. Door Hem bestaan wij, zegt Paulus. 1 Korinthiërs 8:5-6 Het is volkomen terecht om daaruit te concluderen dat Hij dezelfde God is die via de mond van Jesaja verzekerd heeft dat Hij de koning en de wetgever van de kerk is. Jesaja 33:22 Weliswaar noemt Christus zijn macht steeds een zegen en een geschenk van de Vader. Maar daarmee geeft Hij alleen maar aan dat Hij regeert namens God. Want Hij heeft de rol van middelaar aangenomen om uit de schoot van de Vader en uit zijn niet te bevatten glorie neer te dalen en dicht bij ons te komen.

Nog meer reden dus voor ons om eensgezind ons best te doen om Hem te gehoorzamen en enthousiast onze gehoorzaamheid te richten op wat Hij wil. Want voor vromen die zich uit eigen beweging gehoorzaam onderwerpen, vervult Christus de plichten van koning en herder tegelijk. Maar aan de andere kant horen we dat Hij een ijzeren scepter draagt waarmee Hij iedereen verplettert die zich tegen Hem verzet. Hij verbrijzelt hen als een aarden vat. Psalm 2:9 We horen ook dat Hij rechter zal zijn over de volken. Hij zal de aarde bedekken met lijken en elk hooggeplaatst persoon die tegen Hem in gaat, zal Hij omverwerpen. Psalm 110:6 In het hier en nu zien we daar enkele voorbeelden van. Maar het volledige bewijs wordt geleverd in het laatste oordeel. Dat oordeel kun je eigenlijk beschouwen als het laatste wat Hij als koning zal doen.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in