Ik zal nu punt voor punt de tegenstelling uitleggen die de apostel Paulus maakt. Het Oude Testament is schriftelijk, omdat het is afgekondigd zonder de effectiviteit van de Geest. Het Nieuwe Testament is geestelijk, omdat de Heer het geestelijk in het hart van de mensen gegraveerd heeft. De tweede tegenstelling is daarom eigenlijk een uitleg van de eerste tegenstelling: het Oude Testament brengt de dood, omdat het niet anders kan dan het menselijk geslacht onder de vloek brengen. Het Nieuwe Testament is het instrument van het leven, omdat het de mensen bevrijdt van de vloek en met God verzoent. Het ene testament bedient de vloek, omdat het alle kinderen van Adam beschuldigt van zonden. Het andere testament bedient rechtvaardigheid, omdat het Gods barmhartigheid openbaart, waardoor wij gerechtvaardigd worden.
Het laatste punt gaat over de rituelen van de wet. Omdat het Oude Testament een beeld liet zien van dingen die nog niet aanwezig waren, moest dat testament na verloop van tijd verdwijnen. Maar het evangelie laat de werkelijkheid zelf zien. Daarom blijft het voor altijd stevig overeind staan. Jeremia noemt zelfs de morele wet een zwak en broos verbond, maar om een andere reden: het wordt snel gebroken door het plotselinge verraad van een ondankbaar volk. Maar zo’n verbondsbreuk is de schuld van het volk. Daarom mag je dat eigenlijk niet aan het testament wijten. De rituelen zijn echter vanwege hun eigen zwakheid bij de komst van Christus afgeschaft. De reden voor die zwakheid lag in de rituelen zelf.
Verder moeten we het verschil tussen schriftelijk en geestelijk niet zo opvatten alsof de Heer zijn wet aan de Joden heeft gegeven zonder dat dat iets opleverde, alsof niemand zich tot Hem bekeerde. Het gaat om de tegenstelling, om duidelijk te maken hoe overvloedig de genade is waarmee de wetgever de prediking van het evangelie geëerd heeft. Het is net alsof dezelfde wetgever nu een nieuwe rol aangenomen heeft. Want als we kijken wat voor menigte Hij door de prediking van het evangelie uit alle volken opnieuw geboren heeft laten worden en binnen de gemeenschap van zijn kerk verzameld heeft – dan kunnen we alleen maar zeggen dat vroeger in Israël maar weinig mensen van harte en oprecht het verbond van de Heer omhelsd hebben. In aantal was het bijna niemand. Toch waren het er op zichzelf genomen veel, als je hun aantal nergens mee vergelijkt.