2.11.6 – Zelfs de profeten wisten minder dan wij nu

0
380

Dat je in de christelijke kerk haast niemand vindt die zich wat betreft de kwaliteit van zijn geloof kan meten met Abraham, doet hier niets aan af. Ook maakt het niet uit dat in de profeten zo sterk de kracht van de Geest schitterde, dat ze ook tegenwoordig nog heel de wereld verlichten. Want de vraag is nu niet hoeveel genade de Heer aan een enkeling gaf. De vraag is hoe Hij zijn onderwijs normaal gesproken uitdeelde aan het volk.

Juist bij de profeten zie je dat. Want ze staken boven de anderen uit, omdat ze voorzien waren van speciale kennis. Maar hun prediking is duister. Het gaat over dingen die veraf zijn en wat ze zeggen, zit vol met beeldspraak. Bovendien, hoeveel wonderlijke kennis er ook in hen tevoorschijn kwam, zelf worden ze toch ook tot de kinderen gerekend. Want ook zelf moesten ze zich onderwerpen aan de normale discipline voor het volk. En ten slotte heeft niemand van hen ooit een inzicht gekregen waar de duisternis van die tijd niet toch nog gedeeltelijk in doorwerkte.

Daarom zegt Christus: ‘Vele koningen en profeten hebben ernaar verlangd om de dingen te zien die jullie zien, maar ze hebben ze niet gezien. Ook hebben ze ernaar verlangd om de dingen te horen die jullie horen, maar ze hebben ze niet gehoord. Gelukkig zijn daarom jullie ogen, omdat ze zien, en jullie oren, omdat ze horen.’ Mattheüs 13:16-17; Lucas 10:23-24 Het is natuurlijk terecht dat de aanwezigheid van Christus dit voorrecht oplevert. Want daardoor wordt het hemelse mysterie extra helder geopenbaard. En daarop slaat ook wat ik eerder geciteerd heb uit de eerste brief van Petrus, dat aan de profeten geopenbaard is dat hun dienst vooral nuttig was voor onze tijd. 1 Petrus 1:12

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in