Het eerste punt houdt het meest verband met de kwestie waar we het nu over hebben. Bovendien verschilt men op dat punt het meest met mij van mening. Dus zal ik aan dat punt nu speciaal aandacht geven. Maar als er aan de uitleg van de andere punten nog iets ontbreekt, zal ik dat in het voorbijgaan invoegen of later, als dat aan de orde komt.
Inderdaad maakt de apostel Paulus voor al deze punten een eind aan de twijfel als hij zegt dat God de Vader lang van tevoren via de profeten in de Heilige Schrift het evangelie beloofd heeft dat Hij op de bepaalde tijd over zijn Zoon geopenbaard heeft. Romeinen 1:1-3 Ook zegt hij dat de wet en de profeten getuigen van de rechtvaardigheid door geloof, die door het evangelie zelf geleerd wordt. Romeinen 3:21-22 Want door het evangelie blijft het hart van de mensen zich niet verheugen in het tegenwoordige leven, maar gaat het hopen op onsterfelijkheid. Door het evangelie blijft het hart niet vastgekleefd zitten aan aards genot, maar wordt het in zekere zin weggeleid naar de hemel. Want het evangelie verkondigt een hoop die klaarligt in de hemel.
Want, zo zegt de apostel ergens anders: ‘Toen jullie het evangelie gingen geloven, hebben jullie als zegel of waarmerk de Heilige Geest van de belofte gekregen. Die is de waarborg van onze erfenis, dat het verworven bezit verlost wordt.’ Efeziërs 1:13-14 En: ‘We hebben gehoord van jullie geloof in Christus Jezus en van jullie liefde voor de heiligen, om de hoop die voor jullie klaarligt in de hemel. Jullie hebben daarover gehoord door het betrouwbare Woord van het evangelie.’ Kolossenzen 1:4-5 En: ‘Hij heeft ons geroepen door het evangelie, zodat wij de glorie van onze Heer Jezus Christus zouden krijgen.’ 2 Thessalonicenzen 2:14 Daarom wordt het evangelie het ‘woord van het behoud’ Handelingen 13:26 genoemd en de ‘kracht van God om de gelovigen te redden’ Romeinen 1:16 en het ‘koninkrijk van de hemel’. Mattheüs 4:23
De leer van het evangelie is dus geestelijk en opent de toegang tot het onvergankelijke leven. Als dat zo is, moeten we niet denken dat de mensen aan wie het beloofd en bekendgemaakt was, verzuimd en nagelaten hebben om voor hun ziel te zorgen, dat ze als beesten afgestompt waren en alleen vleselijke begeerten nastreefden. Niemand moet beweren dat de beloften die in de wet en de profeten verzegeld zijn over het evangelie alleen bestemd zijn voor het volk van het Nieuwe Testament. Want kort nadat Paulus gesproken heeft over de belofte van het evangelie in de wet, voegt hij daaraan toe dat alles wat in de wet staat ongetwijfeld bedoeld is voor hen die onder de wet staan. Romeinen 3:19 De context is anders, dat geef ik toe. Maar toen hij zei dat alles wat er in de wet staat bedoeld was voor de Joden, was hij vast niet zo vergeetachtig dat hij niet meer dacht aan wat hij enkele verzen eerder gezegd had over de beloften van het evangelie in de wet.
De apostel laat dus heel duidelijk zien dat het Oude Testament vooral gericht was op het toekomstige leven. Want hij zegt dat het Oude Testament de beloften van het evangelie bevat.