We moeten tevreden zijn met één voorbeeld. Toen de Israëlieten weggevoerd waren naar Babel, vonden ze dat hun verstrooiing erg leek op de dood. Ze konden amper afgebracht worden van de overtuiging dat Ezechiëls profetie over hun terugkomst maar een fabeltje was. Voor hen was dat hetzelfde als wanneer hij hun had verkondigd dat lijken die al vergaan waren, weer tot leven gewekt zouden worden. Om te laten zien dat zelfs dat probleem voor God geen belemmering is om zijn zegen te laten plaatsvinden, liet de Heer de profeet in een visioen een veld vol uitgedroogde beenderen zien. En door de kracht van zijn woord gaf Hij die beenderen in één oogwenk weer de kracht om te leven en te bewegen. Ezechiël 37:1-14 Dit visioen was weliswaar bedoeld om het ongeloof van dat moment te corrigeren. Maar tegelijk wees het de Joden er ook op hoeveel verder de kracht van de Heer reikte dan het terugbrengen van het volk. Want enkel door een wenk van Hem maakte Hij uitgedroogde en verstrooide beenderen weer levend. Zo gemakkelijk!
Daarom is het terecht als je deze uitspraak vergelijkt met een uitspraak van Jesaja: ‘De doden zullen leven, ook mijn lijk, ze zullen opstaan. Word wakker en juich, jullie die in het stof wonen! Want jullie dauw zal zijn als de dauw op een groen veld. Jullie zullen het land van de reuzen onderwerpen. Ga op weg, mijn volk, ga je binnenkamer in, doe de deur achter je dicht, verberg je een tijdje, totdat de woede voorbij is. Want kijk, de HEER verlaat zijn woonplaats om de onrechtvaardigheid van de bewoners van de aarde op hen te verhalen. En de aarde zal haar bloed onthullen en zal de gedoden niet langer bedekt houden.’ Jesaja 26:19-21