11.7 – Er is maar één wereld, die eindig en goed is

0
12

Al het geschapene wordt in de Schrift samengevat onder de naam ‘hemel en aarde en heel hun leger’, Gen. 2:1 of ook onder de naam ‘wereld’. De oorspronkelijke woorden die in onze Bijbel door wereld zijn weergegeven, duiden nu eens meer de aarde als aardbol of aardkring aan 1 Sam. 2:8, Spr. 8:31 en dan weer meer de aarde als woonplaats van de mens en voor zover die bewoond is door de mens. Mat. 24:14, Luk. 2:1 Soms vestigen ze meer de aandacht op de wereld in haar tijdelijke, wisselende, voorbijgaande gedaante Ps. 49:2, Luk. 1:70, Ef. 1:21 en dan weer meer op de wereld als eenheid en het geheel van alle schepselen samen. Joh. 1:10, Hand. 17:24 Vooral deze beide laatste betekenissen hebben een rijke inhoud. We kunnen de wereld als het ware altijd vanuit twee gezichtspunten bezien. We kunnen die beschouwen in haar breedte en in haar lengte.

In het eerste geval is de wereld een eenheid, één samenhangend geheel, maar vertoont die toch in die eenheid een onoverzienbaar rijke verscheidenheid. Vanaf het begin dat de wereld geschapen en gevormd is, bevat die hemel en aarde, zichtbare en onzichtbare dingen, engelen en mensen, dieren en planten, levende en levenloze, bezielde en onbezielde wezens. En al die schepselen zijn onderling weer eindeloos verscheiden. Onder de engelen zijn tronen en machten, heerschappijen en krachten. Onder de mensen zijn mannen en vrouwen, ouders en kinderen, overheden en onderdanen, volken en naties, tongen en talen. En op soortgelijke wijze zijn planten en dieren, en in zekere zin ook de mineralen, opnieuw verdeeld in klassen en groepen, families en geslachten, soorten en variëteiten. Al deze schepselen hebben en bewaren binnen bepaalde grenzen de eigen aard die ze van God hebben ontvangen Gen. 1:11, 1:21 e.v. en zijn daarom allemaal onderworpen aan eigen wetten. Ze bestaan niet alleen na elkaar, in de zin dat ze na elkaar geschapen zijn en voortdurend in hun lagere of hogere rang voortbestaan. Ze bestaan ook naast elkaar en zetten naast elkaar tot op de dag van vandaag hun bestaan voort. De schepping is niet éénvormig maar veelvormig en spreidt in haar geheel en in al haar delen de rijkste en mooiste afwisseling tentoon.

Tegelijk zet de wereld in de lengte van de tijden haar bestaan en ontwikkeling voort. Ook al was alles wat God gemaakt had zeer goed, Gen. 1:31 toch is daarmee niet gezegd dat de wereld alles al was wat ze worden kon en worden moest. De mens was weliswaar geschapen volgens Gods beeld, maar ontving toch een roeping en een bestemming die hij langs de weg van de werken moest vervullen. En zo stond de wereld, toen die geschapen was, niet aan het einde maar aan het begin. De wereld had een lange geschiedenis, een geschiedenis van eeuwen vóór zich, waarin ze steeds rijker en steeds helderder Gods deugden moest openbaren. Schepping en ontwikkeling sluiten elkaar dus niet uit. De schepping is het begin en het uitgangspunt van alle ontwikkeling. Omdat er een wereld door God geschapen is met een onoverzienbaar rijke verscheidenheid, waarin de verschillende soorten van schepselen een eigen aard en in die eigen aard een eigen gedachte en kracht en wet ontvangen hebben, daarom alleen is er een ontwikkeling mogelijk. Alle ontwikkeling ontleent aan deze schepping haar uitgangspunt en tegelijk haar richting en haar doel. Zelfs al heeft de zonde op deze ontwikkeling storend en verwoestend ingegrepen, toch volvoert God zijn raad, houdt Hij de wereld in stand en leidt Hij haar haar eindbestemming tegemoet.

Als de Schrift op deze manier over de wereld spreekt, dan gaat ze daarbij stilzwijgend uit van de gedachte dat er maar één wereld is. In de stelsels van de filosofen is daar vaak heel anders over gedacht. Niet alleen waren en zijn nog velen van mening dat er verschillende werelden naast elkaar bestaan en dat niet alleen de aarde, maar ook andere planeten nog door levende en denkende wezens bewoond worden. Maar vooral was ook de voorstelling geliefd dat er verschillende werelden na elkaar bestaan. De tegenwoordige wereld was dus niet de enige, maar was door talloos veel werelden voorafgegaan en zou zo ook weer door veel andere werelden gevolgd worden. Zelfs hebben sommigen daarmee de gedachte verbonden dat alles wat nu is, op precies dezelfde vroeger al heeft bestaan en later weer zal terugkeren. Al het bestaande verkeert in een voortdurend proces. Alles is onderworpen aan de eeuwige wet van het verschijnen en verdwijnen, blinken en verzinken, opkomen en ondergaan.

De Schrift gaat al deze gissingen en inbeeldingen stilzwijgend voorbij. Ze zegt ons dat deze wereld in het begin door God geschapen is, dat ze een geschiedenis van eeuwen doorloopt en dat na afloop daarvan de eeuwige sabbatsrust ingaat die er overblijft voor het volk van God. En zo weet de Schrift ook niets van de bewoonbaarheid van andere planeten dan de aarde. Wel leert ze dat de wereld eindeloos verscheiden is, dat er niet alleen mensen, maar ook engelen zijn, dat er behalve een aarde ook een hemel is. Maar verder blijft ze erbij dat alleen de mens geschapen is volgens Gods beeld, dat de Zoon van God niet de natuur van de engelen, maar van de mensen heeft aangenomen en dat het koninkrijk van de hemelen op deze aarde verbreid en verwezenlijkt wordt.

En ook onderwijst de Schrift ons dat de wereld eindig is. Daarin ligt in de eerste plaats opgesloten dat de wereld een begin heeft gehad en tegelijk met de tijd werd geschapen. Hier doet de vraag niets toe of af hoelang de wereld heeft bestaan. Al had ze ook duizenden of miljoenen jaren langer bestaan dan feitelijk het geval is, ze zou daarmee toch nooit eeuwig worden of kunnen worden, zoals God eeuwig is. Ook in dat geval zou ze eindig, beperkt blijven en in en met de tijd zijn ontstaan. Het is van belang dit op te merken, omdat de Schrift, die een begin van de wereld leert, toch aan de andere kant overeind houdt dat ze geen einde zal hebben. Wel natuurlijk in haar tegenwoordige vorm, want de gedaante van deze wereld gaat voorbij, maar niet in haar substantie en wezen. Maar ook, al blijft de wereld, al blijven de mensen en engelen in de toekomst eindeloos voortbestaan, ze blijven schepselen en zullen nooit in de eeuwigheid delen zoals God die bezit. De wereld bestaat in de tijd en blijft daarin bestaan, al wordt in een andere bedeling de tijd ook volgens een heel andere maatstaf berekend dan nu hier op aarde. En net als aan de tijd blijft de wereld gebonden aan de ruimte. Weliswaar heeft de nieuwere wetenschap onze gezichtskring eindeloos ver uitgebreid. De wereld is voor ons ontzaglijk veel groter geworden dan voor onze voorouders. We duizelen van het aantal en van de grootte van de sterren, die elk weer een wereld op zich zijn, en de afstanden waarop die sterren zich van onze aarde bevinden, gaan heel onze voorstelling zeer ver te boven. Maar toch kan de wereld niet als oneindig gedacht worden, zoals alleen God oneindig is. Eindeloos mag ze zijn, om zo te zeggen. Maar eindeloos en oneindig is niet gradueel, maar wezenlijk verschillend. We kunnen geen tijd en ruimte denken buiten de wereld. We kunnen ons niet voorstellen dat we ergens aan de grens van het heelal zouden kunnen komen, om dan voor ons uit te staren in het ledige niets. Maar even ver als de wereld, strekt de tijd en ruimte zich uit en zover als die bestaan, zijn ze ook met het geschapene gevuld. Maar alles bij elkaar, al gaat het ons verstand en onze verbeelding hoog te boven, is eindig, want een som van eindige delen, hoe onuitsprekelijk groot ook, geeft nooit de oneindigheid. Eeuwig en alomtegenwoordig en oneindig is God alleen.

Ten slotte leert de Schrift ons ook nog geloven dat de wereld goed is. Er is enige moed voor nodig om dit tegenwoordig uit te spreken. Want de achttiende eeuw was weliswaar zeer optimistisch gestemd, bekeek alles van de beste kant en leerde daarom ook dat God de beste van alle werelden had geschapen en dat er geen betere wereld mogelijk was. Maar de negentiende en ook deze twintigste eeuw van ons heeft een heel andere blik op het leven, op de wereld en op de maatschappij geslagen. Dichters en filosofen en kunstenaars onderwijzen ons tegenwoordig dat alles ellende is, dat de wereld zo slecht mogelijk is en dat ze, als ze nog één graad erger was, van slechtheid niet zou kunnen bestaan. Alles wat er bestaat, zo denken en spreken velen, is alleen waard dat het te gronde gaat. En terwijl sommigen daarom nog van het leven willen genieten wat ervan te genieten valt en de leus aanheffen: ‘Laten we eten en drinken want morgen sterven we,’ geven anderen zich over aan moedeloosheid en levensmoeheid of hopen ze dwepend dat de toekomst, de socialistische heilsstaat, de andere kant van het graf, het nirvana, hun zal geven wat het heden hun niet geeft.

De Schrift neemt bij deze vraag weer een eigen standpunt in. Ze zegt in de eerste plaats dat de wereld goed, zeer goed was, zoals ze aanvankelijk uit Gods hand voortkwam. Gen. 1:31 Ze voegt daar in de tweede plaats aan toe dat vanwege de zonde die er gekomen is, de aarde vervloekt, de mens onderworpen is aan de ondergang en de dood, en heel de schepping aan de zinloosheid. Nergens wordt ons de broosheid en vergankelijkheid van het leven, de nietigheid en kleinheid van al het bestaande, de diepte en de smart van het lijden aangrijpender en roerender beschreven dan in de Heilige Schrift. Maar ze blijft daarbij niet staan, maar gaat in de derde plaats verder en verklaart dat in deze gevallen en schuldige en zinloze wereld toch Gods welbehagen wordt volbracht. En vanuit de bestemming waar de wereld heen wordt geleid, mag ook deze wereld weer goed heten. Ze is en ze wordt en ze blijft, ondanks de zonde, een middel waardoor God zijn deugden verheerlijkt, een instrument dat Hij dienstbaar maakt aan de eer van zijn naam. En ten slotte besluit de Heilige Schrift dit onderwijs van haar met de heerlijke belofte dat deze wereld met al haar lijden en druk ook voor ons weer goed wordt, als we onze wil aan die eer van God onderwerpen en dienstbaar maken. Voor hen die God liefhebben, werken alle dingen mee ten goede. Rom. 8:28 Ze leren zelfs roemen in de verdrukkingen. Rom. 5:3 Hun geloof is de overwinning op de wereld. 1 Joh. 5:4

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in