1.7.1 – Het gezag van de Schrift berust niet op het oordeel van mensen

0
526

Maar voordat ik verder ga, is het de moeite waard om eerst iets zeggen over het gezag van de Schrift. Want we moeten bereid zijn de Schrift te eerbiedigen. Elke twijfel aan het gezag van de Schrift moet daarom worden weggenomen. Immers, als we eenmaal hebben vastgesteld dat in de Schrift inderdaad God zelf aan het woord is, dan zal toch niemand zo afschuwelijk brutaal zijn om geen geloof te hechten aan wat Hij zegt. Anders zou zo iemand waarschijnlijk totaal geen gezond verstand hebben.

God spreekt niet dagelijks uit de hemel tot ons. De Schriften vormen het enige middel dat de Heer gegeven heeft om zijn waarheid voor eeuwig in onze herinnering te laten voortleven. Daardoor berust het gezag van de Schrift op geen enkel recht. Ze krijgt bij de gelovigen alleen haar volle gezag als zij geloven dat de Schrift uit de hemel is uitgestort, net alsof ze Gods stem zelf uit de hemel hadden horen klinken.

Dit is iets dat ongetwijfeld belangrijk genoeg is om uitgebreider te behandelen en goed over na te denken. Maar de lezers zullen het mij niet kwalijk nemen als ik vooral let op wat past bij de systematische indeling van mijn werk en minder rekening houdt met wat nodig is gezien het belang van dit onderwerp.

Bij heel veel mensen heeft een zeer kwalijke dwaling de overhand gekregen: de Schrift zou niet meer betekenis hebben dan waar de kerk mee instemt. Alsof Gods eeuwige en onaantastbare waarheid gebaseerd zou zijn op het oordeel van mensen! Want ze bespotten de Heilige Geest enorm als ze vragen: ‘Zou iemand ons kunnen laten geloven dat deze dingen van God komen? Zou iemand ons kunnen garanderen dat ze ongeschonden en ongewijzigd gebleven zijn tot in onze tijd? Zou iemand ons ervan kunnen overtuigen dat we het ene boek met eerbied moeten aannemen en het andere van de lijst moeten afvoeren, als de kerk daar geen vaste regel voor vaststelde?’

Met hoeveel eerbied we de Schrift moeten behandelen en welke boeken tot de canon behoren, zo zeggen ze, hangt dus af van wat de kerk bepaalt. Zo gebruiken die godslasterlijke mensen de kerk als voorwendsel om een ongeremde tirannie in te voeren. Daarbij maakt het hun niets uit in wat voor onzin ze zichzelf en anderen verstrikken. Als ze simpele zielen maar kunnen wijsmaken dat de kerk alles kan en mag.

Maar als dat zo is, hoe moet het dan met ongelukkige mensen die in hun geweten zoeken naar de vaste zekerheid van het eeuwige leven, als de beloften daarover alleen gefundeerd zijn op het oordeel van mensen? Als ze zo’n antwoord krijgen, zal dat voorkomen dat ze nog langer angstig heen en weer geslingerd worden?

Bovendien, wat zullen goddelozen spotten met ons geloof, met wat voor argwaan zullen alle mensen het behandelen, als we geloven dat het hooguit een twijfelachtig gezag heeft, afhankelijk van menselijke willekeur!

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in