De ene keer leerden de aartsvaders God kennen doordat Hij zelf met hen sprak of door een visioen. Dan kregen ze dus een boodschap rechtstreeks uit de hemel. Een andere keer liet Hij hen door de dienst van mensen horen wat ze aan hun nakomelingen moesten doorgeven. Maar ongetwijfeld waren ze er in hun hart vast van overtuigd dat deze leer waar was. Ze wisten zeker dat wat ze geleerd hadden van God zelf afkomstig was. Want God zorgde er altijd voor dat zijn Woord werd aangenomen met een ontwijfelbaar geloof. Een geloof dat meer zekerheid geeft dan alle andere opvattingen.
En God wilde dat de waarheid van de leer zonder onderbreking in de wereld zou blijven bestaan, alle eeuwen door. Uiteindelijk wilde Hij daarom dat de goddelijke uitspraken, die Hij aan de aartsvaders in bewaring had gegeven, als het ware op openbare borden ingebeiteld zouden worden. Daarom is de wet afgekondigd. En de profeten werden er later als uitleggers aan toegevoegd.
Ik zal later, op de juiste plek, behandelen dat de wet veel verschillende functies heeft. Mozes en alle profeten hadden vooral als taak gekregen om de mensen te leren op welke manier de verzoening tussen God en mensen tot stand gebracht wordt. Daarom noemt Paulus Christus ook het einddoel van de wet. Romeinen 10:4 Toch herhaal ik opnieuw dat de Schrift niet alleen de eigenlijke leer van geloof en bekering vertelt en Christus als middelaar presenteert. De Schrift voorziet ook de enige echte God, die de wereld geschapen heeft en bestuurt, van betrouwbare kenmerken. Daardoor kunnen we goed onderscheiden wie Hij is en hoeven we Hem niet te verwarren met de menigte aan valse goden.
De mens moet zijn ogen dus weliswaar goed de kost geven om de werken van God te bekijken. Want de mens is in dit schitterende toneel neergezet als toeschouwer. Maar hij moet vooral zijn oren spitsen om naar het Woord te luisteren. Want daar zal hij meer aan hebben.
Daarom is het geen wonder dat mensen die in duisternis geboren zijn, steeds meer in hun domheid verharden. Want maar heel weinig mensen tonen nieuwsgierigheid naar het Woord van God en beperken zich daartoe. De meeste mensen gaan zich liever te buiten in hun nieuwsgierigheid naar nutteloze dingen.
We moeten het dus zo zien: als we verlicht willen worden door de ware godsdienst, dan moeten we uitgaan van de hemelse leer. Niemand kan ook maar iets proeven van de juiste en gezonde leer, als hij niet in de leer is geweest bij de Schrift. Want uit de Schrift leren we het begin van de ware kennis, als we aanvaarden wat God daar over Zichzelf heeft willen getuigen. Immers, niet alleen een volmaakt en in alle opzichten volledig geloof wordt geboren uit gehoorzaamheid. Ook de juiste kennis van God wordt daaruit geboren. En God heeft op dit punt door zijn bijzondere voorzienigheid zeker voor de stervelingen willen zorgen, in alle tijden.