1.5.15 – We hebben geen excuus om God niet te kennen

0
638

Onze natuurlijke vermogens schieten dus heel erg tekort om een zuivere en heldere kennis van God te kunnen bereiken. Maar omdat onze ongevoeligheid onze eigen schuld is, hebben we toch geen enkel excuus. Immers, telkens als we doen alsof we onwetend zijn, overtuigt ons geweten ons ervan dat we nalatig en ondankbaar zijn.

Dat is me nog eens een acceptabele verdediging, als een mens beweert dat hij met zijn oren de waarheid niet kan horen, terwijl stomme schepselen met hun stemmen die waarheid wel heel helder kunnen verkondigen! Of als een mens aanvoert dat hij met zijn ogen niet kan zien wat bewezen wordt door schepselen die geen ogen hebben! Of wanneer hij zich verontschuldigt voor zijn zwakke verstand, terwijl alle redeloze schepselen hem onderwijzen!

Daarom is het terecht dat alle denkbare verontschuldigingen ons ontnomen worden. Want wij verdwalen en raken het spoor bijster, terwijl alles ons de juiste weg wijst. Het wonderbare kunstwerk van de natuur strooit in de geest van de mensen de kiem van de godskennis. Maar het is aan hun eigen gebrekkigheid te wijten dat die kiem snel bederft en geen goede vrucht oplevert.

Toch is het ook waar dat dit eenvoudige getuigenis dat de schepselen zo schitterend geven over Gods roem absoluut onvoldoende is om ons te onderwijzen. We bekijken de wereld wel, maar zodra we daardoor een klein slokje van Gods bestaan geproefd hebben, richten we waandenkbeelden en verzinsels van ons eigen brein op. Die stellen we in plaats van de echte God en we negeren Hem. Niet de bron van rechtvaardigheid, wijsheid, goedheid en macht loven we, maar iets anders. En wat Hij elke dag weer voor ons doet, verstoppen we. Of we verdraaien het en schatten het niet op waarde. We ontdoen zijn daden van hun glorie en beroven Hemzelf van de lof die we Hem verschuldigd zijn.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in