Het hoogste geluk dat we in het leven kunnen bereiken ligt in het kennen van God. Johannes 17:3 Om voor niemand de toegang tot dat geluk af te sluiten, heeft God niet alleen in het hart van de mensen de hiervóór genoemde kiem van godsdienst gelegd. Hij heeft zichzelf ook geopenbaard in heel het bouwwerk van de wereld. Hij biedt zich daarin dagelijks aan. De mensen kunnen hun ogen niet open doen of ze worden gedwongen Hem te zien.
Weliswaar is God in wezen onbegrijpelijk en zijn goddelijke majesteit gaat alle menselijke zintuigen ver te boven. Maar alle dingen die Hij gemaakt heeft, dragen stuk voor stuk ongetwijfeld het stempel van zijn glorie. En wel zo duidelijk en opvallend, dat elk excuus van onwetendheid wordt weggenomen, hoe dom en naïef je ook bent.
Daarom roept de profeet volkomen terecht uit dat God zich in het licht hult als in een mantel. Alsof hij wilde zeggen dat God pas zichtbaar begon te verschijnen sinds Hij de wereld geschapen heeft als teken van zijn majesteit. Nu vertoont Hij zich in schoonheid, overal waar wij onze ogen heen wenden. In dezelfde psalm vergelijkt dezelfde profeet het uitspansel van de hemel met Gods koninklijke tent. Hij zegt dat God zijn hoge zalen op de wateren bouwt, dat de wolken Gods wagens zijn, dat Hij wandelt op de vleugels van de wind en dat de bliksemstralen zijn boden zijn. Psalm 104:2-4 En omdat de glorie van Gods macht en wijsheid het rijkst schittert hoog in de lucht, wordt de hemel vaak zijn paleis genoemd. Psalm 11:4
En aan de ene kant is er, waar je ook kijkt, in de wereld geen enkel detail waarin je niet in elk geval enkele vonkjes van zijn glorie ziet glinsteren. Maar aan de andere kant kun je nog geen blik op het geheel van dit uitgebreide, schone kunstwerk werpen, of je wordt van alle kanten overstelpt door de onmetelijke kracht van zijn schittering, zo ver strekt het zich uit.
Heel mooi noemt daarom de schrijver van de brief aan de Hebreeën de wereld een beeld van het onzichtbare. Hebreeën 11:3 Want de harmonische orde van de wereld is voor ons net een spiegel waarin we God kunnen zien, die anders onzichtbaar is. En daarom dicht de profeet aan de schepselen aan de hemel een taal toe die alle volken kennen. Psalm 19:2 Want die schepselen getuigen van God, zo duidelijk dat het geen enkel volk kan ontgaan, zelfs de meest afgestompte volken niet.
De apostel Paulus legt dit nog duidelijker uit als hij zegt dat aan de mensen geopenbaard is wat ze over God moeten weten. Want zonder uitzondering zien ze allemaal zijn onzichtbare eigenschappen. Ze begrijpen die uit de schepping van de wereld. Zelfs zijn eeuwige kracht en goddelijkheid. Romeinen 1:19-20
kunnen zien, die anders onzichtbaar is. En daarom dicht de profeet aan de schepselen aan de hemel een taal toe die alle volken
aan de hemel. Ws in de hemel
Het gaat om de zon, de maan en de sterren. Die staan ‘aan’ de hemel.