1.17.4 – Gods voorzienigheid maakt gebruik van onze verantwoordelijkheid

0
923

Toch lost Salomo de tegenstelling tussen het plannen maken van mensen en Gods voorzienigheid moeiteloos op. Hij lacht erom dat mensen zo dwaas en overmoedig zijn om zonder de Heer ergens aan te beginnen. Daarom zegt hij ergens anders: ‘De mens stippelt in zijn hart zijn weg uit. Maar de HEER bestuurt zijn voetstappen.’ Spreuken 16:9 Daarmee geeft hij aan dat de eeuwige besluiten van God ons absoluut niet verhinderen om onder zijn wil ons voor te bereiden op onze toekomst en al onze zaken te regelen.

De reden ligt voor de hand. God heeft ons leven precies afgebakend. Maar Hij heeft ook onszelf de zorg voor ons leven toevertrouwd. Hij heeft ons voorzien van middelen en hulp om in leven te blijven. Hij heeft ervoor gezorgd dat we gevaren zien aankomen. En om te voorkomen dat die gevaren ons onverhoeds zouden overvallen, heeft Hij ons voorzorgsmaatregelen en hulpmiddelen ter beschikking gesteld.

Het is dus duidelijk wat onze taak is. God heeft ons het leven gegeven om dat te beschermen, dus moeten we ons leven beschermen. Hij geeft ons daar de middelen voor, dus moeten we die ook gebruiken. Hij geeft ons de mogelijkheid om van tevoren gevaar te zien, dus moeten we niet roekeloos het gevaar opzoeken. Hij geeft ons geneesmiddelen, dus moeten we niet nalaten die te gebruiken.

Maar, zul je zeggen, een gevaar kan ons alleen maar treffen als het onontkoombaar fataal is. En in dat geval bestaat er geen enkel middel om het te voorkomen. Maar als het nu eens niet onontkoombaar fataal is, omdat God je de middelen gegeven heeft om het gevaar te ontwijken en te overwinnen? Zie je hoe slecht je redenering klopt met hoe God de dingen geregeld heeft? Jij neemt het besluit dat je niet hoeft op te passen voor gevaar. Want als het niet onontkoombaar fataal is, zul je eraan ontkomen. Maar de Heer zorgt ervoor dat je wel oppast, want Hij wil niet dat het fataal zal zijn.

Die dwazen houden geen rekening met wat voor de hand ligt: dat de mogelijkheid om plannen te maken en op te passen door God aan de mensen gegeven is zodat ze zijn voorzienigheid dienen door hun eigen leven te beschermen. En op dezelfde manier laten ze ook zelf de rampen over zich heen komen die Hij hun heeft opgelegd, doordat ze nalatig en onvoorzichtig zijn. Een voorzichtig man zorgt goed voor zichzelf en weet dreigend gevaar af te wenden. Maar een dwaas komt om door zijn onbezonnen roekeloosheid. Hoe komt dit anders dan doordat dwaasheid en voorzichtigheid instrumenten zijn die God gebruikt als Hij bepaalt dat de een de ene kant op gaat en een ander een andere kant?

God heeft heel de toekomst voor ons verborgen willen houden. Hij wilde dat wij de toekomst tegemoet gaan als iets dat onzeker is. We mogen niet ophouden de beschikbare middelen te gebruiken, totdat die middelen ons uit handen geslagen worden, of totdat we daarmee alle zorgen overwonnen hebben. Ik heb daarom al eerder opgemerkt dat Gods voorzienigheid niet altijd open en bloot op ons afkomt, maar dat God haar vaak in zekere zin verhult in de middelen die Hij gebruikt.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in