Wat wordt er dan bedoeld met het woord ‘spijt’? Natuurlijk wordt er hetzelfde mee bedoeld als met andere manieren van spreken waarmee God voor ons op een menselijke manier beschreven wordt. Wij kunnen in onze zwakheid niet reiken tot Gods hoogheid. Daarom moet de beschrijving die we van Hem krijgen zich aanpassen aan ons verstand, zodat we het kunnen begrijpen. Nu wordt die beschrijving zo aangepast dat God voor ons niet beschreven wordt zoals Hij daadwerkelijk is, maar zoals wij Hem ervaren.
God wordt nooit overstelpt door emoties, maar toch verklaart Hij dat Hij woedend is op zondaren. Als we horen dat God boos is, moeten we het ons dus niet zo voorstellen alsof er in Hem iets in beweging is. We moeten juist bedenken dat deze manier van spreken ontleend is aan onze ervaring. Steeds als God zijn oordeel voltrekt, ziet Hij er in onze ogen uit als iemand die driftig en woedend is.
Zo moeten we ook het woord ‘spijt’ niet anders opvatten dan als een verandering in wat God doet. Voor mensen is het normaal dat ze door een verandering in wat ze doen, laten zien dat ze ontevreden zijn over wat ze gedaan hebben. Bij mensen is elke verandering dus een correctie van datgene waar ze ontevreden over waren. Die correctie komt dus voort uit spijt. Daarom wordt het woord ‘spijt’ gebruikt om aan te geven dat God verandert in wat Hij doet. Maar ondertussen zijn zijn plan en zijn wil niet gewijzigd. Ook zijn wensen zijn niet veranderd. Hij gaat in een ononderbroken gang door met wat Hij van eeuwigheid af voorzien, goedgekeurd en besloten heeft. Alleen in de ogen van mensen lijkt het een onverwachte verandering.