1.14.6 – Engelen beschermen ons

0
759

De Schrift wil ons echter troosten en ons geloof versterken. Daarom wil de Schrift ons vooral leren wat daarbij helpt: engelen delen Gods zegeningen aan ons uit. Zij regelen dat. En daarom vertelt de Schrift dat engelen waken over ons welzijn. Ze beschermen ons. Ze leiden onze gangen. En ze zorgen ervoor dat ons geen kwaad overkomt.

De uitspraken daarover zijn algemeen. Ze slaan in de eerste plaats op Christus, het hoofd van de kerk, en vervolgens op alle gelovigen. ‘Hij heeft zijn engelen over jou bevel gegeven dat ze je beschermen op al je wegen. Ze zullen je op handen dragen, om te voorkomen dat je je voet stoot aan een steen.’ Psalm 91:11-12 En: ‘De engel van de HEER legert zich rond degenen die Hem vrezen en redt hen.’ Psalm 34:8 In die woorden laat God zien dat Hij zijn engelen opdracht geeft om degenen te beschermen die Hij wil behouden. Vandaar dat een engel van de Heer Hagar troost als ze op de vlucht is en haar beveelt om zich met haar meesteres te verzoenen. Genesis 16:9 Abraham belooft zijn slaaf dat op zijn reis een engel zijn gids zal zijn. Genesis 24:7 Als Jacob Efraïm en Manasse zegent, bidt hij dat een engel van de Heer, die hem bevrijd had van al het kwaad, hun voorspoed zou geven. Genesis 48:16 Zo was er ook een engel aangesteld om het legerkamp van het volk Israël te beschermen. Exodus 14:19; 23:20 En telkens als God Israël wilde verlossen uit de hand van hun vijanden, bracht Hij verlossing door de dienst van engelen. Richteren 2:1; 6:11; 13:10

Ten slotte – om niet meer te noemen – hebben engelen zo ook Christus bediend. Mattheüs 4:11 Ze hebben Hem steeds bijgestaan als Hij het moeilijk had. Lucas 22:43 Ze hebben aan de vrouwen de boodschap overgebracht dat Hij was opgestaan Mattheüs 28:5; Lucas 24:4-6 en aan zijn leerlingen dat Hij zal terugkomen. Handelingen 1:10

Om deze taak om ons te beschermen te vervullen, strijden engelen tegen de duivel en tegen al onze vijanden. Ze voeren Gods wraak uit tegen hen die ons bedreigen. Zo lezen we dat een engel van God in het legerkamp van de koning van Assyrië in één nacht 185.000 mannen doodde om Jeruzalem te ontzetten van een belegering. 2 Koningen 19:35; Jesaja 37:36

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in