Dat de Geest God is, moeten we bewijzen uit dezelfde bronnen. Weliswaar geeft Mozes in het scheppingsverhaal een duidelijk bewijs, als hij zegt dat de Geest van God zweefde over de diepten, of over de vormloze materie. Genesis 1:2 Dat toont niet alleen aan dat de schoonheid van de wereld, die we nu zien, bewaard blijft door de kracht van de Geest. Het toont ook aan dat de Geest al voordat de materie zijn schoonheid kreeg, bezig was om voor die ongevormde massa te zorgen. Ook valt er niets in te brengen tegen wat gezegd wordt bij Jesaja: ‘En nu, Jehova heeft mij gezonden en zijn Geest.’ Jesaja 48:16 Als er profeten worden uitgezonden, deelt de Heilige Geest dus in het hoogste gezag. Daaruit blijkt zijn goddelijke majesteit.
Maar zoals ik zei: het beste bewijs krijgen we doordat we zelf met de werking van de Geest vertrouwd zijn. De Schrift schrijft Hem dingen toe die totaal niet passen bij andere schepselen. En die dingen leren we ook kennen omdat we die als vrome mensen zelf met zekerheid ervaren. Want de Geest is overal aanwezig. Hij voedt alle dingen, Hij laat ze groeien en Hij geeft ze het leven, in de hemel en op de aarde. Hij kan alleen al niet onder de schepselen gerekend worden omdat Hij niet begrensd is. Hij stort in alle dingen zijn kracht uit. Wezen, leven en beweging blaast Hij in. En dat is toch duidelijk echt het werk van God.
En dan de nieuwe geboorte naar het onvergankelijke leven. Die nieuwe geboorte is nog grootser en nog veel geweldiger dan elke andere levensgroei die er bestaat. Wat moeten we dan wel niet denken van Hem uit wiens kracht die nieuwe geboorte voortkomt? De Schrift leert ons op vele plaatsen dat de Geest die nieuwe geboorte bewerkt door zijn eigen kracht. Niet door een kracht die Hij aan iemand anders ontleend heeft. En Hij bewerkt niet alleen de nieuwe geboorte. Hij bewerkt ook de toekomstige onsterfelijkheid.
Ten slotte worden aan de Geest, net als aan de Zoon, alle taken opgedragen die het meest eigen zijn aan God. Immers, Hij doorzoekt zelfs de diepten van God, 1 Korinthiërs 2:10 die geen adviseur heeft onder de schepselen. Romeinen 11:34 Hij deelt wijsheid uit en stelt mensen in staat om te spreken. Terwijl de Heer tegen Mozes zegt dat alleen Hijzelf dat kan. Exodus 4:11 Zo krijgen wij door de Geest deel aan God, zodat wij zijn kracht voelen, die ons in zekere zin levend maakt. Hij is het die ons rechtvaardig maakt. Van Hem komen kracht, heiliging, waarheid, genade en alle denkbare goeds. Want er is maar één Geest en uit Hem komen allerlei gaven voort.
Want het is vooral opmerkelijk dat Paulus zegt dat er weliswaar veel verschillende gaven zijn, die op allerlei manieren worden uitgedeeld, maar dat het toch dezelfde Geest is. Hij stelt de Geest niet alleen voor als begin en oorsprong van die gaven, maar ook als de bewerker ervan. Paulus zou dat nooit zo gezegd hebben als hij niet had geweten dat de Heilige Geest God is. Even later zegt hij het nog duidelijker met de woorden: ‘Alle dingen worden uitgedeeld door één en dezelfde Geest, zoals Hij wil.’ 1 Korinthiërs 12:4-11 Als de Geest geen zelfstandigheid was in God, zou Paulus Hem zeker geen oordeel en wil toekennen. Heel duidelijk beschrijft Paulus de Geest dus als iemand met goddelijke macht. Daarmee toont hij aan dat de Geest een persoon is in God.