Daarom hebben mensen ook het zogenaamde onderscheid uitgevonden tussen latria en dulia. Op die manier willen ze ongestraft Gods eer aan engelen en doden geven. Want het is duidelijk dat er geen enkel verschil is tussen hoe de pausgezinden de heiligen dienen en hoe ze God dienen. Want zonder onderscheid aanbidden ze God én de heiligen. Behalve dan dat ze – als je hen in het nauw brengt – het excuus hebben dat ze waar God recht op heeft ook alleen voor Hem bewaren. Want hun latria is alleen voor Hem.
Maar het gaat om de inhoud en niet om het woord. Wie wil hun toestaan zo onbekommerd te spotten als het gaat om een van de belangrijkste dingen? Maar we moeten dit maar laten lopen. Ze bereiken met hun onderscheid niets. De enige God bewijzen ze eer. Anderen dienen ze. Latreia betekent in het Grieks hetzelfde als cultus in het Latijn: ‘eerbewijs’. Maar douleia is eigenlijk hetzelfde als servitus: ‘dienstbaarheid’ of ‘slavernij’. Toch wordt in de Schriften dit onderscheid soms niet gemaakt. Trouwens, zelfs al zouden we toegeven dat dit onderscheid wel steeds gemaakt wordt, dan moeten we toch nog onderzoeken wat er met deze twee woorden precies bedoeld wordt.
Douleia is dus ‘dienstbaarheid’, latreia ‘eerbewijs’. Nu twijfelt niemand eraan dat dienen meer inhoudt dan eren. Want het is vaak moeilijk om iemand te dienen, zelfs als je er geen bezwaar tegen hebt om hem te eren. En daarom is het oneerlijk verdeeld als je de heiligen geeft wat het meest betekent en voor God overlaat wat het minst betekent.
Toch hebben verschillende kerkvaders dit onderscheid gebruikt. Maar wat als we allemaal inzien dat dit onderscheid niet alleen niet klopt, maar ook nog eens totaal waardeloos is?