1.11.8 – De mens wil God kunnen zien

0
362

Dan het ontstaan van afgodsbeelden. Bijna iedereen stemt in met wat daarover geschreven staat in het boek Wijsheid: ze zijn uitgevonden door mensen die de doden eerden door hen op een bijgelovige manier te blijven herdenken. Wijsheid 14:15-16 En inderdaad, ik geef toe dat deze slechte gewoonte heel oud is. En ik ontken niet dat dit een fakkel geweest is waardoor mensen in een nog driftiger beeldendienst ontbrand zijn. Maar ik ben het er toch niet mee eens dat dit de eerste bron van het kwaad geweest is.

Heidense schrijvers vertellen regelmatig over de hang naar het wijden van beelden van de doden. Maar uit wat Mozes zegt, blijkt duidelijk dat daarvóór ook al afgodsbeelden in gebruik waren. Hij vertelt dat Rachel de afgodsbeelden van haar vader gestolen had. Genesis 31:19 En dan spreekt hij daarover alsof het om een wijd verbreid kwaad ging. Daaruit kunnen we opmaken dat het verstand van de mens bij wijze van spreken een werkplaats is waar voortdurend afgoden gemaakt worden.

Na de zondvloed was de wereld op een bepaalde manier opnieuw geboren. Toch gaan er niet veel jaren voorbij of de mensen maken zich goden naar eigen goeddunken. En het is aannemelijk dat nog tijdens het leven van de heilige aartsvader Noach zijn kleinzonen zich overgaven aan beeldendienst. Tot zijn grote verdriet zag hij hoe de aarde met afgoden besmet werd. De aarde, die God kort daarvoor nog met zo’n vreselijk oordeel gereinigd had van het bederf. Want Jozua getuigt dat Terah en Nahor al valse goden dienden voordat Abraham geboren werd. Jozua 24:2 En als het nageslacht van Sem zo snel is afgedwaald, wat kunnen we dan verwachten van de afstammelingen van Cham? In hun vader waren zij al lang daarvóór vervloekt.

Jazeker, zo is het. De mens zit vol trots en brutaliteit. Daarom durft hij zich God voor te stellen naar zijn eigen bevattingsvermogen. Maar hij gaat gebukt onder domheid, ja hij is bedolven onder een enorme onwetendheid. Daarom bedenkt hij alleen maar onzin. Hij stelt een loze hersenschim in de plaats van God. Bij deze misdaden komt dan nog een extra zonde: de mens probeert de God die hij bedacht heeft uit te drukken in iets wat hij zelf maakt. Dus de geest verwekt het afgodsbeeld en de hand baart het.

Beeldendienst is dus ontstaan omdat de mensen alleen maar kunnen geloven dat God bij hen is als Hij laat zien dat hij lichamelijk aanwezig is. Dat blijkt duidelijk uit het voorbeeld van de Israëlieten. ‘We weten niet,’ zeiden ze, ‘wat er met die Mozes gebeurd is. Maak goden voor ons die voor ons uitgaan.’ Exodus 32:1 Ze wisten best dat er een God was. Ze hadden zijn kracht in vele wonderen ervaren. Maar ze durfden er niet op vertrouwen dat Hij bij hen was, als ze niet met eigen ogen een fysiek symbool van zijn uiterlijk zagen, als bewijs dat God hun gids was onderweg.

Elke dag leren we uit ervaring dat het vlees geen rust vindt tot het iets verzonnen heeft dat op hem lijkt. In dat verzinsel vindt het dan een lege troost, alsof het een beeld van God was. Om aan deze blinde begeerte toe te geven, hebben mensen sinds de schepping van de wereld vrijwel alle eeuwen door symbolen opgericht, waarvan ze geloofden dat God daarin voor hun ogen lichamelijk aanwezig was.

Bestellen?

Reageren

Schrijf hier je reactie.
Vul hier alsjeblieft je naam in