Maar mijn bedoeling is om hier de kern van de algemene leer samen te vatten. In de eerste plaats moet het de lezers opvallen dat de Schrift ons tot de echte God leidt en daarbij alle goden van de heidenen uitdrukkelijk uitsluit en verwerpt. Want in vrijwel elke tijd zijn er overal valse godsdiensten geweest. Toch is de naam van de enige God overal bekend en beroemd geweest. Want zelfs als mensen een grote menigte goden dienden, gebruikten ze de naam van God toch in het enkelvoud, als ze spraken uit hun aangeboren, natuurlijk godsbesef. Alsof ze toch met de enige God tevreden waren.
Justinus de Martelaar1 heeft dat verstandig opgemerkt. Hij heeft daarom een boek geschreven over de alleenheerschappij van God. Met veel getuigenissen toont hij aan dat in ieders hart het besef ingebeiteld was dat er maar één God is. En Tertullianus2 bewijst hetzelfde op grond van de algemeen gebruikelijke manier van spreken.
Maar de mensen zijn allemaal zonder uitzondering uit ijdelheid vervallen tot valse verzinsels. Daardoor zijn ze in hun overwegingen dwaas gemaakt. Romeinen 1:21 Het besef dat ze van nature van de enige God gehad hebben, heeft daarom als enig effect dat ze geen excuus hebben. Want zelfs de meest wijzen onder hen laten openlijk blijken hoe sterk ze dwalen. Ze willen dat een of andere god hen helpt en daarom roepen ze onzekere goden aan. Ze hadden misschien minder absurde ideeën over Jupiter, Mercurius, Venus, Minerva en andere goden dan de ongeletterde massa. Toch waren ze zelf ook niet vrij van het bedrog van Satan. Want ze beeldden zich in dat God meerdere naturen heeft.
Ik heb eerder al gezegd dat alle uitvluchten die de filosofen zo slim hebben bedacht de schuld van hun afval niet uitwissen. Allemaal hebben ze Gods waarheid bedorven. Als Habakuk alle afgoden vervloekt, beveelt hij daarom dat we God moeten zoeken in zijn tempel. Habakuk 2:20 Want de gelovigen mogen geen andere goden toelaten dan de enige God die zich in zijn Woord geopenbaard heeft.
1Justinus de Martelaar († ca. 165), apologeet.
2Quintus Septimus Florens Tertullianus (ca. 200), theoloog en apologeet.